1 Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Raadpleeg "Een digitaal certificaat
importeren" voor meer informatie.
2 Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Raadpleeg "Een digitaal certificaat
instellen" voor meer informatie.
3 Controleer of het certificaat correct ingesteld is. Raadpleeg "De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen"
voor meer informatie.
OPMERKING:
controleer of het nieuwe certificaat, niet het zelfondertekende certificaat, is gekoppeld.
4 Nadat de printer opnieuw is gestart, wordt het certificaat dat is ingesteld zoals hierboven omschreven gebruikt als
het servercertificaat wanneer er communicatie plaatsvindt tussen HTTP/IPP-SSL/TLS.
Instellingen voor draadloos LAN WPA-Enterprise (EAP-TLS)
OPMERKING:
Om digitale certificaten te beheren, moet u HTTPS-communicatie configureren. Zie "Voorbereiding op het
beheer van certificaten" voor meer informatie.
OPMERKING:
WPA-Enterprise is alleen beschikbaar indien infrastructuur als netwerktype is geselecteerd.
OPMERKING:
zorg ervoor dat het certificaat via Internet Explorer wordt geïmporteerd.
OPMERKING:
na het importeren van een certificaat in PKCS#12 formaat, wordt de geheime code niet mee geëxporteerd, zelfs
als u het exporteren zelf uitvoert.
1 Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (server of basiscertificaat) moet worden
gebruikt. Zie "Een digitaal certificaat importeren" voor meer informatie.
2 Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (server of basiscertificaat).
Start de Dell Printer Configuration Web Tool.
a
Selecteer Afdrukserverinstellingen.
b
Klik op het tabblad Beveiliging.
c
Selecteer SSL/TLS.
d
Klik op Certificaatbeheer om de pagina Certificaatbeheer weer te geven.
e
Selecteer de optie Vertrouwde certificeringsinstanties onder Categorie.
f
Selecteer het draadloos LAN (server) uit de lijst Doeleinden certificaat.
g
Selecteer in Certificaatvolgorde hoe de certificaten moeten worden gesorteerd in de Certificaatlijst. Deze
h
instelling is niet noodzakelijk wanneer u de certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.
Klik op Lijst weergeven om de pagina Certificaatlijst weer te geven.
i
Selecteer het betreffende certificaat. Zorg ervoor dat de Geldigheid van het geselecteerde certificaat op
j
Geldig staat.
Klik op Certificaatgegevens om de pagina Certificaatgegevens weer te geven.
k
Controleer de inhoud en klik rechtsboven op Dit certificaat gebruiken.
l
3 Controleer of het certificaat correct ingesteld is. Zie "De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen" voor
meer informatie.
4 Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (client of client-certificaat) moet worden
gebruikt. Zie "Een digitaal certificaat importeren" voor meer informatie.
5 Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (client of client-certificaat).
Start de Dell Printer Configuration Web Tool.
a
Selecteer Afdrukserverinstellingen.
b
Klik op het tabblad Beveiliging.
c
258
Het gebruik van digitale certificaten