SSL/TLS
Toepassing:
De instellingen aangeven voor de SSL-coderingscommunicatie met de printer en het certificaat dat gebruikt wordt
voor IPsec of Draadloos LAN activeren of verwijderen.
Waarden:
Communicatie tussen
Schakel het selectievakje in om de functie Communicatie tussen HTTP – SSL/TLS in te schakelen.
*1
HTTP-SSL/TLS
Poortnummer voor
Stelt het poortnummer in. Dit is niet hetzelfde is als dat van HTTP voor SSL/TLS. Dit moet of
communicatie tussen
443 zijn of een getal tussen 8000 en 9999.
HTTP – SSL/TLS
SMTP – SSL/TLS-
Stelt het type SSL/TLS in dat gebruikt wordt om met de SMTP-server te communiceren.
communicatie
Zelfondertekend
Klik om de pagina Zelfondertekend certificaat genereren weer te geven en een beveiligingscertificaat
*2
certificaat genereren
via de pagina aan te maken. De knop Zelfondertekend certificaat genereren is alleen beschikbaar als
het zelfondertekend certificaat nog niet is gegenereerd.
Openbare code-
methode
Grootte van openbare
code
Uitgever
Geldigheid
Ondertekend certificaat
genereren
Ondertekend certificaat
Klik om de pagina Ondertekend certificaat uploaden weer te geven en het bestand met het certificaat
*2
vanaf de pagina naar het apparaat te uploaden.
uploaden
Wachtwoord
Wachtwoord opnieuw
invoeren
Bestandsnaam
Importeren
*2
Certificaatbeheer
Klik om de pagina Certificaatbeheer weer te geven en een beveiligingscertificaat via de pagina te
beheren.
Categorie
Doeleinden certificaat
Certificaatvolgorde
Lijst weergeven
Verwijder alle
certificaten
Alle certificaten
Verwijderen
verwijderen
Selecteer de openbare code-methode van het zelfondertekend certificaat.
Selecteer de grootte van de openbare code.
Stelt de uitgever van het SSL zelfondertekend certificaat in.
Voer de geldige dagen in van 1 tot 9999 dagen.
Klik om het SSL zelfondertekend certificaat te genereren.
Voer het wachtwoord in dat nodig is om het bestand met het certificaat te
uploaden.
Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in.
Klik op Bladeren om de naam van het bestand te zoeken dat naar het
apparaat moet worden geüpload.
Klik op Importeren om het bestand met het certificaat naar het apparaat te
uploaden.
Selecteer het te certificeren apparaat.
Selecteer de te certificeren verbinding.
Selecteer de volgorde waarin gecertificeerd moet worden.
Klik om de pagina Certificaatlijst weer te geven.
Klik op Verwijderen om alle certificaten te verwijderen.
Klik hierop om alle certificaten te verwijderen.
Dell™ Printer Configuration Web Tool
143