ENERGA 70-55
Moet ik extra maatregelen nemen, als de kamer waar ik stook permanente afzuiging
(mechanische ventilatie) heeft?
Indien de verbrandingslucht uit de woonkamer komt:
Bij permanente afzuiging van het vertrek, waarin de haard is geplaatst, is een rookgas-
ventilator noodzakelijk.
Het type rookgasventilator is afhankelijk van de capaciteit van het afzuig-systeem.
Raadpleeg hiervoor altijd uw installateur.
Indien de verbrandingslucht direct van buiten komt via een rechtstreekse aansluiting:
Bij permanente afzuiging van het vertrek, waarin de haard is geplaatst, zijn geen extra
voorzieningen nodig.
Wat is creosoot?
Creosoot is een teerachtige aanslag die zich in het afvoerkanaal afzet. Het vormt zich
bij slechte verbranding van hout (stoken met vochtig hout, het sterk knijpen van de
luchttoevoeren, het stoken van geïmpregneerd of geschilderd hout bijvoorbeeld).
Creosoot ontbrandt bij ca. 500°C. Deze temperatuur kan gemakkelijk bereikt worden
bij een keer hard stoken. Creosootvorming kan dan ook het begin vormen van schoor-
steenbrand.
Wat gebeurt er bij verbranding van hout?
Verbrandingsproces.
Bij de verbranding van hout kunnen de volgende stappen worden onderscheiden:
Drogen:
De eerste stap is het drogen van de brandstof. Reeds bij lage temperatuur
(~ 100°C) zal het nog aanwezige vocht verdampen. Dit drogen impliceert een aanzien-
lijk energieverlies indien te vochtig hout wordt verbrand. Een juiste vochtigheid wordt
bereikt na anderhalf tot twee jaar drogen (vochtgehalte 15-17%).
Ontgassen:
Bij hogere temperaturen (150-350°C) treedt een ontgassingsstap op. Hierbij wordt de
chemische structuur van de brandstof afgebroken. Er ontstaan vluchtige verbindingen
zoals onder meer koolmonoxide (CO), waterdamp (H
O), methaan (CH
). Daarnaast
2
4
ontstaan vaak stoffen die bij de ontledingstemperatuur vluchtig zijn, maar die bij lagere
temperatuur condenseren: de teerachtige componenten (dit product wordt ook wel
creosoot genoemd en zet zich bij een slechte stookwijze af in de schoorsteen en koude
delen van de kachel).
Verbranding van de ontgassingsproducten:
De vluchtige verbindingen verbranden in de gasfase onder toevoer van O
(lucht).
2
De ontstekingstemperatuur van de vluchtige verbindingen is ongeveer 550°C.
Verbranden van de vaste koolstof:
De vaste component die overblijft bestaat uit bijna zuivere koolstof, die bij ca. 800°C
onder toevoer van O
(lucht) verbrandt.
2
74