De aangevoerde lucht, via een rooster in de wand, zorgt voor verversing van de kamer-
lucht en wordt tevens gebruikt voor het verbrandingsproces.
De verbrandingslucht wordt dan aangezogen via het rooster in de schouw en opening
aan de onderzijde, of zijkant, van het toestel. Omdat deze lucht deels door de schouw
loopt is er tevens sprake van voorverwarmde verbrandingslucht.
De inbouwhaard kan ook worden voorzien van een luchtleiding die de verbrandingslucht
rechtstreeks van buiten aanzuigt.
De luchttoevoer dient een opening van tenminste Ø125 mm te hebben. Indien gewenst
kan de luchtleiding voorzien worden van een regelklep. Hierbij dient de kleppositie van
buitenaf te zien te zijn. Het toepassen van de rechtstreekse verbrandingsluchttoevoer
wordt sterk geadviseerd indien het toestel wordt voorzien van een convectie-
ventilatorset.
De ommanteling / schouw
• De ommanteling mag niet rechtsreeks met de inbouwhaard in verbinding staan,
maar moet zelfdragend gebouwd worden met behulp van een boezemijzer of latei.
De ommanteling in de kamer moet uit niet brandbare materialen uit de
brandwerende-stoffen-klasse A1 bestaan. Dat zijn bijvoorbeeld bakstenen,
muurstenen, keramische tegeltjes, metaal of pleisterwerk, Promatec, Nobranda.
• De opening voor de instromende en uitstromende lucht van de ommanteling
moet totaal tenminste 900 cm² bedragen. Minstens 200 cm² van de opening voor
instromende en uitstromende lucht mag niet afsluitbaar zijn.
• De ventilatie van de ommanteling/schouw kan door middel van roosters, maar kan
ook door de schouw niet geheel naar het plafond op te trekken (tot 5 cm van het
plafond).
20
ENERGA 70-55