De draadketting vastmaken
Een knoop maken (A)
Om te voorkomen dat de draadketting losraakt, scheidt
u de draaduiteinden en knoopt u ze aan elkaar vast.
Met een naald (B)
1. Rijg de ketting in een handwerknaald met een groot
oog.
2. Steek de naald in het einde van de naad en trek de
ketting in de naad om de draden vast te zetten.
De machine gebruiken aan het begin van een
naald (C)
1. Naai, voordat u de stof in de machine plaatst, een
draadketting van ongeveer 5-8 cm lang.
2. Leg de stof voor de naaivoet. Naai enkele steken en
stop.
3. Breng de naaivoet omhoog en breng de draadketting
naar links rondom en onder de naaivoet.
4. Leg de draadketting tussen de naaivoet en het boven-
mes en houd de ketting op zijn plaats wanneer u
de naaivoet omlaag brengt om te naaien.
5. Nadat u ongeveer 2,5 cm heeft genaaid, brengt u de
ketting naar rechts en onder het bovenmes, zodat
de ketting wordt afgesneden wanneer u naait.
De machine gebruiken aan het einde van een
naald (D)
1. Naai één steek van het einde van de naad af.
2. Breng de naald en de naaivoet omhoog en trek de
draden voorzichtig van het instelhaakje af.
3. Keer de stof om zodat de onderkant boven ligt.
4. Naai ongeveer 2,5 cm over de steken en naai dan in
een hoek van de stof af.
De naden opensnijden
Snijd de bovengrijperdraad af met een tornmesje (niet bij
de machine geleverd) om de naden open te snijden.
A
C
D
B
NAAIEN - 33