Draadspanningsinstellingen
Stel de draadspanning af op het type stof en het garen dat
u gebruikt. Hoe hoger het cijfer op de draadspannings-
schijven, hoe strakker de draadspanning. In de stekentabel
op pagina 28-31 vindt u voor alle steken aanbevelingen
voor de draadspanning.
Juiste draadspanning
De onder- en bovengrijperdraad moeten goed uitgebalan-
ceerd zijn met dezelfde spanning (de grijperdraden moeten
elkaar kruisen op de rand van de stof). De bovendraden
mogen niet te los of te strak zijn, maar moeten gelijkmatig
gespannen zijn.
De bovengrijperdraad is te los (A)
De bovengrijperdraad is niet gebalanceerd als deze naar
de verkeerde kant van de stof wordt getrokken. Verhoog
de draadspanning van de bovengrijper of verlaag de
draadspanning van de ondergrijper.
De bovengrijperdraad is te strak (B)
De bovengrijperdraad is uit balans als deze op de goede
kant van de stof trekt. Verlaag de draadspanning van de
bovengrijper of verhoog de draadspanning van de onder-
grijper.
De ondergrijperdraad is te los (C)
De ondergrijperdraad is niet gebalanceerd als deze naar
de goede kant van de stof wordt getrokken. Verhoog
de draadspanning van de ondergrijper of verlaag de
draadspanning van de bovengrijper.
De ondergrijperdraad is te strak (D)
De ondergrijperdraad is niet gebalanceerd als deze trekt op
de verkeerde kant van de stof. Verlaag de draadspanning
van de ondergrijper of verhoog de draadspanning van de
bovengrijper.
De linkerbovendraad is te los (E)
Als de linkerbovendraad te los is, verhoog dan de
draadspanning van de linkernaald of verlaag de spanning
van de beide grijperdraden.
De linkerbovendraad is te strak (F)
Als de linkerbovendraad te strak is, verlaag dan de
draadspanning van de linkernaald.
De rechterbovendraad is te los (G)
Als de rechterbovendraad te los is, verhoog dan de
draadspanning van de rechternaald.
De rechterbovendraad is te strak (H)
Als de rechterbovendraad te strak is, verlaag dan de
draadspanning van de rechternaald.
6
2
3
1. Verkeerde kant van de stof
2. Goede kant van de stof
3. Rechterbovendraad
A
C
E
G
5
1
4
4. Linkerbovendraad
5. Bovengrijperdraad
6. Ondergrijperdraad
B
D
F
H
VOORBEREIDINGEN – 27