Het apparaat reinigen
Een reinigingspagina afdrukken
Gedurende het afdrukproces kunnen papier, toner en stofdeeltjes opeenhopen in het product en problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonerspikkels of spetters, vlekken, strepen, lijnen of herhaalde
tekens.
Ga als volgt te werk om de papierbaan te reinigen.
1.
Druk op de knop Beginscherm
2.
Selecteer Apparaatonderhoud.
3.
Selecteer
Een bericht Reinigen zal worden getoond op het bedieningspaneel van het product. Het volledige
reinigingsproces duurt enkele minuten. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. Gooi de
afgedrukte pagina weg als het reinigingsproces is voltooid.
Inspecteer de tonercartridge visueel
Volg deze stappen om elke tonercartridge te inspecteren.
1.
Verwijder de tonercartridge uit het apparaat.
2.
Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
3.
Onderzoek het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum.
VOORZICHTIG:
problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de
afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Plaats de tonercartridge terug en druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost.
Papier en afdrukomgeving controleren
Stap een: Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Sommige problemen met de afdrukkwaliteit kunnen ontstaan wanneer u papier gebruikt dat niet voldoet aan
de specificaties van HP.
Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund.
●
Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse
●
deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen.
Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
●
Gebruik papier dat geen metallisch materiaal bevat, zoals glitter.
●
104 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen
op het bedieningspaneel van het apparaat.
Kalibratie/reiniging
en vervolgens
Raak de afbeeldingsdrum niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen
Reinigingspagina
om de pagina af te drukken.
NLWW