2
Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de
oplaadpoort
van het toestel.
3
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op de
compatibele wisselstroomadapter.
4
Sluit de wisselstroomadapter aan op een standaard
stopcontact.
5
Laad het toestel volledig op.
Het toestel activeren
Voordat u de inReach
functies van uw GPSMAP 86 toestel kunt
®
gebruiken, moet u het activeren.
1
Maak een account en kies een satellietabonnement op
explore.garmin.com.
2
Het toestel inschakelen.
OPMERKING: U moet het IMEI-nummer en de AUTH-code
van het toestel invoeren om het online gedeelte van de
activering te voltooien voordat u op pad gaat.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Selecteer in het hoofdmenu Activeer en ga naar een open
gebied met vrij zicht op de lucht.
5
Wacht tot het toestel verbinding heeft met het Iridium
satellietnetwerk.
OPMERKING: Het activeren van uw toestel kan tot 20
minuten duren. Het toestel moet diverse berichten verzenden
en ontvangen, wat langer duurt dan het verzenden van een
enkel bericht bij normaal gebruik.
Iridium satellietnetwerk
Uw toestel moet vrij zicht hebben op de lucht om berichten en
spoorpunten te kunnen verzenden via het Iridium
satellietnetwerk. Zonder vrij zicht op de lucht probeert uw toestel
de gegevens te verzenden tot het satellietsignalen ontvangt.
TIP: Om snel verbinding te krijgen met een satelliet kunt u het
toestel het best bevestigen op uw rugzak of bovenlichaam.
inReach functies
Activeer uw toestel om er optimaal van te profiteren. Als u het
toestel activeert, kunt u inReach functies zoals berichten, SOS
en LiveTrack gebruiken.
Berichten
Uw GPSMAP 86 toestel verzendt en ontvangt sms-berichten via
het Iridium satellietnetwerk. U kunt berichten verzenden naar
een mobiel telefoonnummer, een e-mailadres of een ander
toestel met inReach technologie. Elk bericht dat u verzendt
bevat uw locatiegegevens.
OPMERKING: Een vooraf ingesteld bericht bevat vooraf
gedefinieerde tekst en vooraf ingestelde ontvangers. Dit stelt u
in op de Garmin Explore
™
2
website.
Een vooraf ingesteld bericht verzenden
Vooraf ingestelde berichten zijn berichten die u hebt opgesteld
op explore.garmin.com. Vooraf ingestelde berichten bevatten
vooraf opgestelde tekst en opgegeven ontvangers.
1
Selecteer op de pagina Berichten Verzend voorinstelling.
2
Kies een vooraf ingesteld bericht en druk op ENTER.
3
Druk op ENTER om het bericht te verzenden.
Tekstberichten verzenden
1
Selecteer op de pagina Berichten Nieuw bericht.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Verzend snel bericht om met een vooraf
geschreven bericht te beginnen.
OPMERKING: U kunt snelle sms-berichten toevoegen en
bewerken op de Garmin Explore website.
• Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te
schrijven.
3
Kies ontvangers in uw lijst met contactpersonen of voer de
contactgegevens van een ontvanger in.
4
Selecteer Verzend bericht wanneer u klaar bent met het
schrijven van het bericht.
Sneltoetsen gebruiken
• Selecteer FIND om de eerste optie voor automatisch
aanvullen te selecteren. .
• Selecteer MARK om door toetsenborden te bladeren.
• Selecteer eenmaal PAGE om hoofdletters/kleine letters te
wisselen, en selecteer tweemaal PAGE om Caps Lock in te
schakelen.
• Selecteer
om een spatie-terug in te voegen.
• Selecteer
om een spatie in te voegen.
Een bericht beantwoorden
1
Selecteer een gesprek op de Berichten-pagina.
2
Selecteer Antwoord.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te
schrijven.
• Selecteer Verzend snel bericht en selecteer een bericht
om met een vooraf geschreven bericht te beginnen.
4
Selecteer Verzend bericht wanneer u klaar bent met het
bericht.
Controleren of er berichten zijn
Wanneer u een bericht verzendt, wacht uw toestel gedurende
10 minuten op een reactie. Het toestel controleert ook elk uur op
nieuwe berichten. Wanneer u de functie LiveTrack gebruikt,
controleert uw toestel automatisch op berichten met uw
trackinginterval.
OPMERKING: Uw toestel moet zich op het moment van
luisteren binnen bereik van een satelliet bevinden om berichten
te kunnen ontvangen.
U kunt controle op berichten forceren door handmatig te
controleren of er berichten zijn of door een bericht of spoorpunt
te verzenden. Tijdens een controle maakt uw toestel verbinding
met satellieten en ontvangt het berichten die klaarstonden om
naar uw toestel te worden verzonden.
Selecteer in het hoofdmenu Inreach hulpprogramma's >
Mail controleren > Postvak controleren .
Berichtdetails weergeven
1
Selecteer Berichten.
2
Selecteer een gesprek.
3
Selecteer een bericht.
4
Selecteer het tabblad Informatie.
inReach functies