Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Met via-punten kunt u markeren waar u bent, waar u naartoe
gaat of waar u bent geweest. U kunt details over de locatie
toevoegen, zoals naam, hoogte en diepte.
U kunt een .gpx-bestand met via-punten toevoegen door het
bestand over te brengen naar de GPX-map
overbrengen naar uw computer, pagina
Een waypoint maken
U kunt uw huidige locatie als waypoint opslaan.
1
Selecteer MARK.
2
Selecteer indien nodig een veld als u wijzigingen in het
waypoint wilt aanbrengen.
3
Selecteer Sla op.
Naar een via-punt navigeren
1
Selecteer FIND > Waypoints.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer Ga.
Een via-punt bewerken
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer een item om te bewerken, bijvoorbeeld de naam.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer OK.
Een via-punt verwijderen
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Wis.
Via-punt middelen
U kunt de locatie van een via-punt verfijnen voor een
nauwkeurigere weergave. Bij het middelen voert het toestel
verschillende metingen op dezelfde locatie uit en gebruikt de
gemiddelde waarde voor een nauwkeurigere meting.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Gem. locatie.
4
Ga naar de locatie van het via-punt.
5
Selecteer Start.
6
Volg de instructies op het scherm.
7
Als de statusbalk Betrouwbaarheid van meting op 100%
staat, selecteer dan Sla op.
Voor de beste resultaten kunt u maximaal acht metingen voor
een via-punt opslaan. Wacht minimaal negentig minuten tussen
de metingen.
Een via-punt projecteren
U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te
projecteren vanaf een gemarkeerde locatie naar een nieuwe
locatie.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Projecteer wayp..
4
Geef de peiling op en selecteer OK.
5
Selecteer een maateenheid.
6
Voer de afstand in en selecteer OK.
7
Selecteer Sla op.
Een waypoint op de kaart verplaatsen
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
8
(Bestanden
18).
3
Selecteer MENU > Verplaats via-punt.
4
Selecteer een locatie op de kaart.
5
Selecteer Verplaats.
Een locatie in de buurt van een waypoint zoeken
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Zoek nabij hier.
4
Selecteer een categorie.
Op de lijst staan locaties in de buurt van het oorspronkelijke
waypoint.
Een nabijheidswaarschuwing voor een waypoint
instellen
U kunt een nabijheidswaarschuwing voor een waypoint
toevoegen. Gevarenzones waarschuwen u als u zich binnen het
opgegeven bereik van een bepaalde locatie bevindt.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Stel gev.zone in.
4
Voer de radius in.
Wanneer u een gebied met een nabijheidswaarschuwing
binnengaat, klinkt er een signaal.
Een waypoint toevoegen aan uw route
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Voeg aan route toe.
4
Selecteer een route.
Een waypoint verplaatsen naar uw huidige locatie
U kunt de locatie van een waypoint wijzigen. Als u bijvoorbeeld
uw voertuig verplaatst, kunt u de locatie wijzigen in uw huidige
locatie.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Verplaats naar hier.
De locatie van het waypoint wordt gewijzigd in uw huidige
locatie.
Routes
Een route bestaat uit een serie via-punten of locaties die u naar
uw bestemming leidt.
Een route maken
1
Selecteer Routeplanner > Route maken > Selecteer eerste
punt.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer het eerste punt in de route.
4
Selecteer Gebruik.
5
Selecteer Kies volgend punt om meer punten aan de route
toe te voegen.
6
Selecteer QUIT om de route op te slaan.
Een opgeslagen route navigeren
1
Selecteer FIND > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Ga.
De actieve route weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren van een route Actieve route.
2
Selecteer een punt in de route om meer details weer te
geven.
Navigatie