UITGAVE 01/2011
GEBRUIKSAANWIJZING
4.4
FUNCTIE
4.4.1
POMP
1
Luchtmotor
2
Luchtingang
3
Flenshouder
4
Scheidingsmiddelhouder
5
Materiaaluitgang
6
Materiaaltransportpomp
7
Materiaalingang
8
Aardaansluiting
9
Omkeerventiel
10 Veiligheidsventiel
(ontluchting luchtmotor)
11 Luchtdrukregelaar
12 Kogelkraan
Algemeen
De zuigerpomp wordt door perslucht (2) aangedreven. Deze perslucht beweegt de luchtzuiger in de luchtmo-
tor (1) en zodoende ook de pompzuiger in de materiaaltransportpomp (6) op en neer. Aan het eind van elke
slag wordt de persluchtdoorstroming door een omkeerventiel omgeleid (9).
Het werkmateriaal wordt tijdens de opwaartse slag aangezogen en tegelijkertijd in beide slagrichtingen naar
de drukuitgang (5) getransporteerd.
Luchtmotor (1)
De luchtmotor (1) met zijn pneumatische omschakeling (9) behoeft geen pneumatische olie.
De perslucht wordt via de luchtdrukregelaar (11) en de kogelkraan (12) naar de motor getransporteerd.
De luchtmotor is uitgerust met een veiligheidsventiel (10). Het veiligheidsventiel is in de fabriek ingesteld en
verzegeld. Dij drukken die de toelaatbare bedrijfsdruk overschrijden, opent het door een veer belaste ventiel
automatisch en laat de overdruk af.
Overdruk!
Letsel door openscheurende delen
SIHI_0026_NL
Materiaaltransportpomp (6)
De materiaaltransportpomp is als zuigerpomp met verwisselbare kogelventielen uitge-
voerd. De pompzuiger loopt in twee vaststaande pakkingen welke automatisch door een
drukveer worden bijgesteld, zodat een lange levensduur wordt bereikt.
Tussen luchtmotor en materiaaltransportpomp bevindt zich de scheidingsmiddelbeker (4)
waar het scheidingsmiddel is ondergebracht.
BESTELNUMMER DOC2312678
2
4
5
C_00175
WAARSCHUWING
Nooit de afstelling van het veiligheidsventiel wijzigen.
11
10
9
3
7
3
60 cm
.
1
12
8
6
18