SMA Solar Technology AG
8.12 Bedrijfsparameters wijzigen
De bedrijfsparameters van de omvormer zijn af fabriek op bepaalde waarden ingesteld. U kunt de
bedrijfsparameters wijzigen om de werkwijze van de omvormer te optimaliseren.
In dit hoofdstuk wordt het principe voor de wijziging van bedrijfsparameters uitgelegd. Wijzig de
bedrijfsparameters altijd zoals in dit hoofdstuk beschreven. Bepaalde voor het functioneren cruciale
parameters zijn alleen voor vakmensen zichtbaar en kunnen alleen door vakmensen met behulp
van de persoonlijke SMA Grid Guard-code worden gewijzigd.
Voorwaarden:
☐ Wijzigingen van netgerelateerde parameters moeten door de verantwoordelijke
netwerkexploitant zijn goedgekeurd.
Werkwijze:
1. De gebruikersinterface oproepen (zie hoofdstuk 8.2, pagina 60).
2. Bij gebruikersinterface aanmelden (zie hoofdstuk 8.3, pagina 65).
3. Roep het menu Apparaatparameters op.
4. Kies [Parameters bewerken].
5. Als er parameters moeten worden gewijzigd die met een slotsymbool zijn gekenmerkt, moet u
zich aanmelden met de SMA Grid Guard-code (alleen voor installateurs):
• Kies het menu Gebruikersinstellingen (zie hoofdstuk 8.4, pagina 67).
• Kies in het volgende contextmenu [SMA Grid Guard-aanmelding].
• Voer de SMA Grid Guard-code in en kies [Aanmelden].
6. Open de parametergroep, waarin de parameter zich bevindt, welke moet worden gewijzigd.
7. Wijzig de gewenste parameter.
8. Kies [Alle opslaan] om de wijzigingen op te slaan.
☑ De parameters van de omvormer zijn ingesteld.
Instellingen overnemen
Het opslaan van de uitgevoerde instellingen wordt door een zandlopersymbool op de
gebruikersinterface weergegeven. De gegevens worden bij voldoende DC-spanning direct
aan de omvormer overgedragen en overgenomen. Wanneer de DC-spanning te laag is (bijv.
's avonds) worden de instellingen weliswaar opgeslagen, maar deze kunnen niet direct aan
de omvormer worden overgedragen en door de omvormer worden overgenomen. Zolang de
omvormer de instellingen nog niet heeft ontvangen en overgenomen, wordt op de
gebruikersinterface nog het zandlopersymbool getoond. De instellingen worden
overgenomen, wanneer voldoende DC-spanning actief is en de omvormer opnieuw start.
Zodra het zandlopersymbool op de gebruikersinterface verschijnt, worden de instellingen
opgeslagen. De instellingen gaan niet verloren. U kunt zich van de gebruikersinterface
afmelden en de installatie verlaten.
Bedieningshandleiding
8 Bediening
STP50-4x-BE-nl-19
75