Bedieningshandleiding
Veiligheidsfotocellen
4.2 Stekkerconfiguratie ontvanger, zender & kabel
ZENDER
Stekker
Pin
Benaming
M12, 4-polig
1
+24 V
4
3
2
Test
3
0 V
4
NC
2
1
Stekker
M12, 4-polig
3
4
2
1
ONTVANGER
Stekker
Pin
Benaming
M12, 5-polig
1
+24 V
2
2
OSSD1
3
0 V
3
1
4
OSSD2
5
5
WA
4
Stekker
M12, 5-polig
2
1
3
5
4
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Testen voor de inbedrijfname
Voor de inbedrijfname moeten de volgende punten door de
verantwoordelijke getest worden
Testen van de bedrading voor inbedrijfname:
1 De spanningsbron is een 24V gelijkstroomvoeding (zie technische
gegevens) die aan de Europese Laagspanningsrichtlijnen voldoet
Een onderbreking van het net van 20 ms moet overbrugd worden
2 De polariteit van de spanningstoevoer aan de BWS is correct
3 De aansluitkabel van de zender is correct aangesloten op de zender
en de aansluitkabel van de ontvanger is correct aangesloten op de
ontvanger
4 De dubbele isolatie tussen de uitgang en een externe potentiaal is
gegarandeerd
5 De uitgangen OSSD1 en OSSD2 zijn niet op +24 VDC aangesloten
6 De aangesloten schakelelementen (last) zijn niet op +24 VDC
aangesloten
7 Als twee of meer BWS ruimtelijk dicht bij elkaar gebruikt worden,
moet bij de installatie een afwisselende plaatsing in acht genomen
worden Een wederzijdse beïnvloeding van de systemen moet
uitgesloten worden
Schakel de BWS in en controleer de werking op de volgende
manier:
Het systeem voert na het inschakelen van de bedrijfsspanning
gedurende 2 seconden een zelftest uit Daarna worden de uitgangen
vrijgeschakeld indien het veiligheidsveld vrij is De groene statuslamp
aan de ontvanger brandt
Bij een niet-correcte functie moet u de instructies van het
hoofstuk Diagnose opvolgen
8
Beschrijving
Spanningstoevoer
Testingang
Spanningstoevoer
Niet gebruikt
Beschrijving
Spanningstoevoer
Veiligheidsschakeluitgang 1
Spanningstoevoer
Veiligheidsschakeluitgang 2
Vrijgave/herstart
NL
5.2 Onderhoud
Gebruik de BWS niet zolang de inspectie niet volledig
afgesloten en beëindigd is Een foutieve installatie kan tot
zware of dodelijke verwondingen leiden
Voorwaarden
Om veiligheidsredenen moeten alle inspectieresultaten bewaard
worden De werkwijze van de BWS en de machine moet gekend
zijn om een inspectie te kunnen doorvoeren Als de monteur, de
planningstechnicus en de operator verschillende personen zijn, moet u
ervoor zorgen dat de gebruiker over voldoende informatie beschikt om
het onderhoud te kunnen uitvoeren
5.3 Regelmatige inspectie
Voer een regelmatige visuele inspectie en functietest uit, inclusief de
volgende stappen:
1 Het toestel vertoont geen zichtbare schade
2 De optische afdekking is bekrast noch vervuild
3 Gevaarlijke machineonderdelen kunnen uitsluitend via het
veiligheidsveld van de BWS benaderd worden
4 Bij het werken aan gevaarlijke machineonderdelen blijft het
personeel binnen de detectiezone
5 De veiligheidsafstand van de toepassing is groter dan de
mathematische berekende
Bedien de machine en controleer of de gevaarlijke beweging in de
hieronder vermelde omstandigheden stopt.
1 Gevaarlijke machineonderdelen bewegen niet als het veiligheidsveld
onderbroken is
2 De gevaarlijke machinebeweging stopt onmiddellijk als het
veiligheidsveld met de teststaaf onmiddellijk voor de zender,
onmiddellijk voor de ontvanger en in het midden tussen de zender en
de ontvanger onderbroken wordt
3 Geen gevaarlijke machinebeweging als de teststaaf zich in het
veiligheidsveld bevindt
4 Gevaarlijke machinebeweging komt tot stilstand als de
spanningstoevoer van de BWS uitgeschakeld wordt
5.4 Halfjaarlijkse inspectie
Controleer alle zes maanden of bij iedere wijziging van een machine-
instelling de volgende punten:
1 De machine stopt of verhindert geen veiligheidsfunctie
2 Er heeft geen wijziging aan de machine of een verandering
van de verbindingen/aansluitingen plaatsgevonden, die het
veiligheidssysteem beïnvloeden
3 De uitgangen van de BWS zijn correct op de machine aangesloten
4 De totale aanspreektijd van de machine is niet groter dan de
aanspreektijd die bij de eerste inbedrijfname berekend werd
5 Kabels, stekkers, kappen en montagehoeken zijn in perfecte
toestand
5.5 Reiniging
Een extreme vervuiling van de optische afdekking van de sensoren kan
tot de uitschakeling van de OSSD uitgangen leiden Reinigen met een
schone, zachte doek zonder druk uit te oefenen
Het gebruik van agressieve, schurende of krassende
reinigingsmiddelen, die het oppervlak kunnen beschadigen, is niet
toegestaan
SLB240