Afdrukken
>
Documenten afdrukken
2. Kies op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma voor Lay-outbeheer en stel in
documentformaat het papierformaat in dat is gemaakt met de toepassing.
Opmerking:
De optie die is geselecteerd voor Grootte is deze die wordt gebruikt in de Lay-outbeheer. Het actuele formaat van het
afdrukpapier is ingesteld in het scherm in stap 6.
3. Klik op OK. Wanneer u afdrukt met een toepassing, wordt het scherm Layout Manager geopend.
De afdrukgegevens worden niet afgedrukt, maar één pagina wordt als één object op het papier van het Layout
Manager-scherm geplaatst.
4. Laat het scherm Layout Manager open en herhaal de stappen 1 tot 3 om de volgende stukken gegevens te
schikken.
De objecten worden toegevoegd aan het scherm Layout Manager.
5. Schik de objecten op het scherm van Layout Manager.
U kunt objecten slepen om ze te verplaatsen en hun grootte aan te passen. Gebruik de gereedschapsknoppen
en het menu Object om objecten uit te lijnen en te draaien op het Layout Manager-scherm.
U kunt de grootte van volledige objecten wijzigen en u kunt ze vervangen in de schermen
Voorkeursinstellingen of Schikkingsinstellingen.
Raadpleeg het Layout Manager-scherm voor meer details over elke functie.
6. Klik op Bestand > Eigenschappen en geef de afdrukinstellingen op het scherm van het
printerstuurprogramma op.
Stel Afdrukmateriaal, Bron, documentformaat, enz. in.
7. Klik op het menu Bestand op het Layout Manager-scherm en klik dan op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
"Afdrukken met eenvoudige instellingen" op pagina 68
&
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
88