4.4
Dakspantmontage
Veiligheidsinstructies
LET OP
Productschade
Gevaar door houten ondergrond met onvoldoende draagvermogen.
Voorafgaand aan de montage controleren, of de houten ondergrond over voldoende
draagvermogen beschikt. Deze kan variëren in dikte, houtsoort, houtnerfverloop,
ouderdom van het hout, enz.
Controleer of de bijgevoegde schijfpluggen C2 geschikt zijn voor de plaatselijke
omstandigheden:
Naaldhout C24
•
Klasse van de duur van de lastinwerking „kort"
•
Hoek tussen de kracht- en de houtnerfrichting bedraagt 0°
•
Aanbevolen minimale houtdikte t
•
De voor de schermmontage gebruikte dakspanten mogen niet onderbroken zijn, zoals b.v. bij het
gebruik van een dakraam of een dakkapel enz.
Bij afwijkende ondergronden of randvoorwaarden moeten de bevestigingsmiddelen voldoen aan
DIN 1052: Ontwerp, berekening en dimensionering van houten bouwwerken, of moet er een
lagere windweerstandsklasse van het scherm overeenkomstig de montage worden aangegeven.
Bevestiging niet uitvoeren aan hout van het kopeind.
Zorg voor voldoende bescherming van het bevestigingsmateriaal tegen corrosie.
De afstanden in afbeelding 2, Minimale afmetingen aan de dakspanthouder, gelden ook
voor de montage met montageplaat voor dakspanthouder.
Afbeelding 2: Minimale afmetingen aan de dakspanthouder
Cassita II/ Cassita II LED
Montagehandleiding
Technische wijzigingen voorbehouden
= 70 mm
re,q
Versie 9
Artikelnummer
16.10.2020
116518-0000
Bladzijde 22/47