11 Reiniging en desinfectie
11.1
Opslagfoliescanner
Oppervlak van het apparaat
Het apparaat moet bij contaminatie of verontreini-
ging worden gereinigd en gedesinfecteerd.
Gebruik de volgende reinigings- en desinfectie-
middelen:
ü B 40 Snel-desinfectie
ü B 60 Desinfectiedoek
ATTENTIE
Vloeistof kan schade aan het apparaat
veroorzaken
Apparaat niet met desinfectie- of reini-
❯
gingsmiddel besproeien.
Zorg ervoor, dat er geen vloeistof in het
❯
apparaat kan komen.
Verwijder verontreinigingen met een vochtig
❯
gemaakte, zachte en pluisvrije doek.
Desinfecteer de buitenkant met een desinfec-
❯
tiedoekje. Als alternatief kan ook een desinfec-
tiemiddel op een zachte, pluisvrije doek wor-
den gespoten. Daarbij de gebruikshandleiding
van het desinfectiemiddel opvolgen.
Invoereenheid
De invoereenheid moet bij contaminatie of ver-
ontreiniging schoongemaakt en gedesinfecteerd
worden.
Voor de wisdesinfectie de volgende reinigings- en
desinfectiemiddelen gebruiken:
– B 60 Desinfectiedoek van Orochemie
– B 40 Snel-desinfectie van Orochemie
Voor de dompeldesinfectie de volgende reini-
gings- en desinfectiemiddelen gebruiken:
– A 20 Instrumentendesinfectie
ATTENTIE
Hitte beschadigt de kunststofonder-
delen
Onderdelen van het apparaat niet met
❯
een thermische desinfector of stoom-
sterilisator behandelen.
9000-608-67/14 2003V001
Druk op toets
.
❯
De bevestiging wordt in de reinigingspositie
geplaatst.
Druk op de ontgrendelingstoetsen en neem de
❯
afdekking naar boven weg.
2
1
Neem de bevestiging naar boven weg.
❯
Gebruik
NL
31