Inhoudsopgave
Advertenties
3.2
Bewegingen: in en uit de rolstoel stappen
Plaats uw voeten niet op de voorste voetsteun wanneer u in of uit de rolstoel stapt.
Hierdoor kan de rolstoel voorover kantelen met mogelijke schade aan zowel het voertuig als de gebruiker.
In of uit de rolstoel stappen zijn altijd handelingen die met uiterste voorzichtigheid moeten worden uitgevoerd, zelfs door ervaren gebruikers, en mogen alleen worden uitgevoerd na instructies van deskundig en
gespecialiseerd personeel. Mochten de overstapoperaties riskant blijken te zijn, dan is het raadzaam de hulp in te roepen van een begeleider. Al deze handelingen moeten echter altijd verband houden met uw
pathologie en dus met uw mate van autonomie.
De algemene regels die in acht moeten worden genomen om bewegingen veilig uit te voeren zijn:
Beweeg terwijl de rolstoel op een regelmatige (vlakke) en stevige ondergrond staat.
Vermijd bewegen op een hellende ondergrond of een bijzonder oneffen ondergrond die de rolstoel onstabiel zou kunnen maken en meer kans geeft op een val van de gebruiker en het kantelen van de rolstoel.
Vergrendel de rolstoel met de parkeerremmen.
Haal uw voeten van de voetsteun om uit te stappen. Zet uw voeten dicht bij de voetsteun om in te stappen.
Als de rolstoel is uitgerust met een opklapbare voetsteun (enkel of gespleten), breng dan de voetsteun(en) omhoog om deze handeling te vergemakkelijken.
(1) Leun op de rolstoel en eventueel ook op een stabiel object in de buurt. Zet kracht met uw armen om uw lichaam op te tillen en te bewegen.
(2) Indien de gebruiker fysiek niet in staat is om de beweging alleen uit te voeren, of indien deze beweging wordt uitgevoerd op een oneffen of onstabiele ondergrond, zorg dan voor hulp van een begeleider. De
begeleider die de beweging van de patiënt in en uit de rolstoel uitvoert moet deze altijd met uiterste voorzichtigheid uitvoeren.
Deze handelingen mogen alleen worden uitgevoerd na instructies van deskundig en gespecialiseerd personeel.
Mochten de overstapoperaties van de patiënt riskant blijken te zijn, dan is het raadzaam de hulp in te roepen van een begeleider.
Al deze acties moeten echter altijd verband houden met de pathologie van de patiënt.
Leun of zit nooit op de kledingbeschermer of armleuning wanneer u in of uit de rolstoel stapt. Ze kunnen namelijk overmatig buigen of breken met gevaar voor letsel.
Als uw rolstoel is uitgerust met armleuningen, verwijder of draai dan de armleuning die aan de zijde van de beweging zit naar buiten of naar achteren om het in- of uitstappen te vergemakkelijken.
Indien de rolstoel van het type is met kantelbare zitting, is het raadzaam om de zitting waterpas te zetten.
Joker / Joker carbon
19
Advertenties
Inhoudsopgave
