7.5
Instellen pompstand
De schakelaar voor het instellen van de pompstand bevindt zich op het aansluitkastje
van de CV pomp. (Fabrieksinstelling stand III)
1.
Stel de pompstand in afhankelijk van het ingestelde maximaal vermogen en de
waterzijdige weerstand van de installatie. Zie diagram: Drukverlies toestel en
opvoerhoogte pomp, type Ups 50-130, standen I, II en III.
2.
Controleer het temperatuurverschil tussen de aanvoer en de retour van het
toestel: dit moet ongeveer 20°C bedragen.
De minimale doorstroom hoeveelheid
200 l/h
450 l/h
650 l/h
750 l/h
Drukverlies grafiek toestel CV zijdig
A.
Intergas Comfort Line
I
Pompstand I
II
Pompstand II
III
Pompstand III
X
Doorstroom hoeveelheid in l/h
Y
Drukverlies / opvoerhoogte in mWk
7.6
Weersafhankelijke regeling
Bij het aansluiten van een buitenvoeler wordt de aanvoertemperatuur automatisch
geregeld afhankelijk van de buitentemperatuur, volgens de ingestelde stooklijn.
De maximale aanvoertemperatuur (Tmax) wordt ingesteld via het
temperatuurdisplay. Indien gewenst kan de stooklijn met de servicecode gewijzigd
worden. Zie § 7.3.
Stooklijn grafiek
X.
T buiten in °C
Y.
T aanvoer in °C
A.
Fabrieksinstelling
(Tmax CV = 80°C, Tmin CV=25°C, Tmin bu=-7°C, Tmax bu= 25°C)
B.
Voorbeeld
(Tmax CV = 60°C, Tmin CV=25°C, Tmin bu=-7°C, Tmax bu= 25°C)
7.7
Tapwater temperatuur
In het tapwater circuit is een thermostatisch mengventiel opgenomen. Hiermee is
de temperatuur van het tapwater beperkt te regelen. Het thermostatisch mengventiel
is in de fabriek afgesteld op een uitstroomtemperatuur van 60°C en hoeft normaal
niet nagesteld te worden.
ACV Belgium
Ingesteld vermogen
7,0 kW
15,6 kW
22,6 kW
26,2 kW
32