5.2
Warmwater-installatie aansluiten
1.
Spoel de installatie goed schoon.
2.
Monteer indien voorgeschreven een inlaatcombinatie.
3.
Monteer de koud- en warmwaterleiding (A en B) aan de montagebeugel.
Opmerkingen
Als het toestel alleen voor de warmwatervoorziening wordt gebruikt, moet de
•
verwarmingsfunctie met de servicecode op het bedieningspaneel uitgeschakeld
worden. De CV-installatie behoeft dan niet aangesloten of gevuld te worden.
Als het toestel tijdens de winter buiten bedrijf wordt gesteld en van het lichtnet
•
afgesloten wordt, moet het sanitairwater afgetapt worden om bevriezing te
voorkomen. Hiervoor moeten de tapwateraansluitingen onder het toestel los
genomen worden.
Weerstandgrafiek tapcircuit toestel
X.
Drukverlies toestel in bar
Y.
Tapdebiet in liters per minuut
5.2.1
Toestel met Naverwarming Zonneboiler
Het toestel is geschikt voor het naverwarmen van een zonneboiler. Hiervoor is op
bestelling een aansluitset beschikbaar.
5.3
Gas aansluiten
Plaats een gaszeef in de aansluiting voor het toestel als het gas vervuild kan zijn.
Sluit het toestel aan op de gasleiding.
Controleer de gasvoerende delen op lekkage op een druk van maximaal 500
mmwk.
ACV Belgium
14