De belangrijkste functie van de modulerende thermostaat is het berekenen van de
aanvoertemperatuur bij een gewenste kamertemperatuur, om een optimaal gebruik
te maken van het moduleren. Bij elke warmtevraag wordt op het display van het
toestel de gewenste aanvoer temperatuur aangegeven.
Sluit de modulerende thermostaat aan. Zie § 5.4.1.
Indien men gebruik wil maken van de tapwater aan/uit schakel functie van de
OpenTherm thermostaat dient doorverbinder 4-5 op X4 verwijdert te worden en de
tapwatercomfort functie op eco of aan ingesteld te worden. Zie § 5.4.1.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de thermostaat.
5.5
Rookgasafvoer en luchttoevoer
In het geval van een parallel aansluiting moeten de leidingen voor
•
verbrandingsgassen en luchttoevoer een diameter hebben van ø 80 mm.
Een concentrische afvoer moet diameters hebben van ø80x125 mm.
•
Neem voor andere diameters contact op met ACV Belgium.
•
5.5.1
Doortocht, materialen en isolatie
Leiding
Diameter
Luchttoevoer
ø 80 mm
Verbrandings-
ø 80 mm
gasafvoer
Isolatie
-
5.5.2
Open toestelaansluiting
VOORZICHTIG
Zorg voor de benodigde ventilatie van de
opstellingsruimte.
5.5.3
Gesloten toestel aansluitingen.
Parallel aansluiting
1.
Verwijder t.b.v. de luchttoevoer de linker uitbreekpoort uit de afdekkap aan de
bovenzijde van het toestel.
2.
Monteer de pijpen voor de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer in de
toevoer- en afvoer van het toestel. De ingebouwde siliconen afdichtring zorgt
voor een luchtdichte aansluiting.
Concentrische aansluiting
Met de concentrische adapterset kan een concentrische aansluiting gemaakt
worden:
1.
Sluit de open luchttoevoeraansluiting in de ketelunit af met de bij de set
geleverd afsluitdop.
2.
Verwijder de uitbreekring rond de rookgasafvoer uit de afdekkap aan de
bovenzijde van het toestel.
3.
Verwijder de afdichtring rond de rookgasafvoer in het toestel.
4.
Plaats de bij de set geleverd afdichtring ø 116x110 mm.
5.
Plaats de adapter op de rookgas afvoer.
ACV Belgium
Materiaal
Volgens de plaatselijke voorschriften van
brandweer en/of energiebedrijf.
Spiralobuis, enkelwandig aluminium, verzinkt
plaatstaal, roestvast staal of kunststof.
Eventueel geïsoleerd met 10 mm dampdicht
isolatie materiaal of kunststof.
Volgens NBN D51 – 003 Aluminium minimale
wanddikte 1,5 mm
10 mm dampdicht isolatiemateriaal, bij kans op
condensatie aan de buitenzijde, door een lage
wandtemperatuur en een hoge
ruimtetemperatuur met een hoge relatieve
vochtigheid.
16