2.5 Veiligheid, opslag en transport
•
De NOMAD Pro 2, de handsets, het opoplaadstation of de AC-voeding niet blootstellen
aan extreme condities: lager dan –20 °C of hoger dan +50 °C, of 5% tot 90% relatieve
luchtvochtigheid (niet condenserend). De optimale opslaglocatie is koel, droog en vrij van
direct zonlicht.
•
DITC adviseert om de NOMAD Pro 2 (gelijk andere elektrische apparatuur) bij een extreme
temperatuurovergang voorafgaand aan gebruik te laten acclimatiseren (m.a.w. van een
koude opslagruimte naar een warme gebruiksruimte, of van een hete opslagruimte naar
een koele gebruiksruimte).
•
Aan het eind van de dag de handset van de NOMAD Pro 2 halen.
•
De functies Röntgenstraling vergrendelen en ontgrendelen
als veiligheidsmaatregel tegen gebruik door onbevoegden. Verder wordt aanbevolen om
het apparaat als het niet gebruikt wordt in een afgesloten ruimte te bewaren. Berg als
extra veiligheidsmaatregel de handsets op een andere plek op.
•
Zorg, als deze niet gebruikt wordt, dat de NOMAD Pro 2 op een veilige plek staat waar
hij niet op de grond kan vallen. Leg hem op zijn kop of zijkant of in de tevens verkrijgbare
tafelstandaard (08500037 [AC-0005]). Als het apparaat een tijdje niet
is gebruikt (ongeveer drie minuten) wordt de stroom automatisch uitgeschakeld.
•
Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, kan een deel van de
accucapaciteit verloren gaan (met als gevolg minder röntgenopnames per geladen handset).
•
De NOMAD Pro 2 mag niet gebruikt worden als deze is gevallen of tekenen van slijtage
vertoont; in dat geval dient het apparaat voor controle naar de fabrikant of een erkende
reparateur te sturen.
•
Aan het eind van de dag de handset van de NOMAD Pro 2 halen.
•
Bij opslag gedurende een langere periode moet de handset voor ten minste 2/3
geladen zijn. Niet zomaar ergens wegleggen of in contact met metalen objecten.
Op een koele, droge plek bewaren.
14
(Rubriek
4.2) zijn bedoeld