4.3 Data Record
1) Met de data-opname-functie kunt u de maximum en minimum meetwaarden opslaan.
Druk kort op de REC knop, om de functie te starten. Op het display verschijnt de aanduiding
REC.
2) Wanneer REC wordt weergegeven op het display:
a) Druk nogmaals kort op de REC knop. Nu worden de aanduiding REC MAX en de max.
gemeten waarde weergegeven.
b) Druk nogmaals kort op de REC knop. Nu worden de aanduiding REC MIN en de min.
gemeten waarde weergegeven.
Wanneer REC MAX of REC MIN op het display worden weergegeven, kunt u de
desbetreffende min-/max-waarde wissen, door nogmaals kort op de Hold knop te
drukken.
c) Om de functie te verlaten, drukt u minimaal 2 sec. op de REC knop. U keert nu terug
naar de actuele meetwaarde, zonder dat REC wordt weergegeven op het display.
4.4 Auto-off
De meter beschikt over een ingebouwde Auto-power0off functie, om de batterijduur te verlengen.
De meter schakel uit, indien er 10 minuten lang geen knop wordt ingedrukt.
5 Kalibratie
1) Schakel de meter uit. Houd vervolgens de Hold knop ingedrukt, terwijl u de meter inschakelt
met de power knop. Wanneer het display aanspringt, laat u de Hold knop pas los.
2) Dompel de sensor in de standaard kalibratie-oplossing.
3) Druk eenmaal op de Hold knop, op het display verschijnt HOLD. Druk eenmaal op de REC
knop, bovenin het display verschijnt kort de aanduiding CAL.
GEBRUIKSAANWIJZING Geleidingsmeter PCE SM 11
7