Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking:
Thermische contacten mogen nooit worden blootgesteld aan spanningswaarden hoger
dan 250 V, breekstroom maximaal 5 A. Het wordt aanbevolen om ze aan te sluiten op
24 V verdeeld over aparte zekeringen ter bescherming van andere automatische
apparatuur.
1. Als de pompinstallatie over thermocontacten beschikt, sluit dan de T1 en T2
bedieningsgeleiders aan op de MiniCAS II bewakingsapparatuur.
Opmerking:
De thermische contactpunten zijn in de stator ingebouwd. Sluit deze aan op 24 V via
aparte zekeringen om andere automatische apparatuur te beschermen.
2. Als de pompinstallatie over thermistors beschikt en de beschermde of hulpkabel
wordt gebruikt, sluit dan T1(1) en T2(2) op de thermistorrelais of MAS 711 aan, en
T3(3) en T4 (4) op MiniCAS II of MAS 711.
3. Sluit de stroomdraden (L1, L2, L3 en aarde) op de startapparatuur aan.
Voor informatie over de fasevolgorde en de kleurcodes van de draden, zie het
kabelschema.
4. Controleer of de bewakingsapparatuur goed werkt:
a) Controleer of de signalen en de tripfunctie goed werken.
b) Controleer of de relais, lampjes, zekeringen en aansluitingen intact zijn.
Vervang alle defecte apparatuur.
4.2.4 Kabelschema's
Beschrijving
Dit onderwerp bevat algemene aansluitingsinformatie. Het voorziet in kabelschema's met
aansluitalternatieven voor gebruik met verschillende kabels en stroomvoorziening.
Afbeelding 10: Fasesequentie
Aansluitingslocaties
De afbeeldingen in dit gedeelte illustreren hoe de symbolen van de aansluitstrip
geïnterpreteerd moeten worden.
Flygt 3171 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
L2
L1
L3
L1
L2
L3
T1 T2
4 Installatie
25
Advertenties
Inhoudsopgave
