2.4.3
Ventielenblok
Figuur 2.4.3-Onderdeeltekening voor ventielenblok
Gebruiksdoel:
De hefmast is uit te rusten met een extra ventielenblok, zodat extra hydraulische functies centraal bediend
kunnen worden en bij het aan- en afkoppelen van de hefmast slechts twee hydraulische aansluitingen aan-
of afgekoppeld hoeven te worden.
Hendel (nr. 69) bevestigen op de hendel van een dubbelwerkend ventiel van de trekker.
Inbedrijfstelling:
Plaats de ventielsteun (nr. 65) in de daarvoor bestemde koker op het buitenframe . Sluit de
hydrauliekslangen van de diverse functies paarsgewijs aan op de ventielen. Draai de aansluitingen en wartels
goed vast. Sluit de aan- en afvoerslangen van het ventielenblok aan, waarbij de linker (in de rijrichting
gezien) slang van het ventielenblok als persleiding gebruikt moet worden. Zorg er hierbij voor dat de
snelkoppelingen goed schoon zijn, zodat er geen vuil in het hydraulisch systeem van de machine komt.
Monteer bij het elektrisch-hydraulisch ventiel de schakelaar op een zodanige plaats, dat de
trekkerbestuurder die bedienen kan vanaf zijn bedieningsplaats en niet verwarren kan met andere
bedieningsorganen. Om veilig te kunnen werken moet onbedoeld bedienen of niet kunnen bedienen
uitgesloten worden! Let op het juiste voltage van de trekker. De spoel (nr. 68) is uitsluitend geschikt voor 12
Volt. Sluit een 2-aderig snoer aan volgens het schema, neem eventueel een controlelamp, zekering en/of
contactdoos op in het circuit. Opmerking: Als het ventielenblok in de trekker wordt geplaatst, zijn alle
hydraulische slangen af fabriek 1 meter langer uitgevoerd dan vermeld in de onderdelenlijst .
Gebruiksaanwijzing:
Zorg dat kabels en hydrauliekslangen niet bekneld kunnen raken. Zorg dat de verschillende
bedieningshendels niet onderling verward kunnen worden om onbedoeld bedienen te voorkomen.
P1/P2: Aan-/afvoer
T/O: Hefcilinder
C1/C2: Neigcilinder
C3/C4: Sideshift/hydr. aansl.
17