2.4.2
Hydraulische aansluiting op de kar
Figuur 2.4.2-Onderdeeltekening voor hydraulische aansluiting op de kar
Gebruiksdoel:
De hefmast is uit te rusten met een hydraulische aansluiting op de kar om cilinders of hydromotoren
aangebouwd op de kar te kunnen bedienen. De trekker moet uitgerust zijn met een extra dubbelwerkende
hydraulische aansluiting of de bediening moet gebeuren via een extra ventielenblok.
Inbedrijfstelling:
Zorg ervoor dat de hefmast en de kar zich in de laagste stand bevinden. Ontspan de ketting(en) door de
moer(en) op de kettingspanner(s) enigszins los te draaien. Verwijder bout(en) en vervang deze door
bout(en) (nr.55), waarmee tegelijkertijd de slangrollen en de bussen voor de slangrol bevestigd worden.
Draai deze stevig vast. Plaats de slangen over de rollen. Monteer de hydraulische stekkers aan de
bevestigingsplaat op de kar. Zet de slangen vast aan de kar m.b.v. de slangklemmen. De slangen moeten niet
te strak gespannen worden.
Sluit de hydrauliekslangen aan op een dubbelwerkende hydraulische aansluiting. Zorg er hierbij voor dat de
snelkoppelingen goed schoon zijn, zodat er geen vuil in het hydraulisch systeem van de machine komt.
Gebruiksaanwijzing:
Zorg dat de hydrauliek slangen niet bekneld kunnen raken. Zorg dat de bedieningshendel voor het bedienen
van de hydraulische aansluiting op de kar niet verward kan worden met andere bedieningshendels om
onbedoeld bedienen te voorkomen.
16