In- en uitschakelen
Warmtepomp uitschakelen
Voor en na langere buitenbedrijfstelling
van de warmtepomp adviseren wij u con-
tact op te nemen met uw verwarmings-
firma.
Deze kan indien nodig de juiste maatre-
gelen nemen, bijv. om de installatie
tegen vorst te beschermen.
Ruimteverwarming/-koeling en warmwaterbereiding inschake-
len
U wilt de ruimten verwarmen of koelen en warm water beschikbaar hebben.
Ruimteverwarming
■ Ruimteverwarming vindt alleen plaats
als de buitentemperatuur lager is
dan de verwarmingsgrens. De verwar-
mingsgrens kan door uw verwar-
mingsfirma worden ingesteld.
Koeling via verwarmingscircuit
■ De koeling via het verwarmingscircuit,
bijv. vloerverwarming, vindt alleen
plaats als de buitentemperatuur
lager is dan de koelgrens. De koel-
grens kan door uw verwarmingsfirma
worden ingesteld.
16
(vervolg)
Opmerking
Bij een langere uitschakeling van de bui-
ten opgestelde warmtepompen moet de
warmtepomp worden afgetapt.
Koeling via apart koelcircuit (indien
aanwezig)
■ De koeling met een afzonderlijk koel-
circuit, bijv. koelplafond of ventilator-
convector vindt plaats afhankelijk
van de kamertemperatuur. De koe-
ling wordt altijd dan ingeschakeld als
de kamertemperatuur de inschakel-
grens overschrijdt. De inschakelgrens
kan door uw verwarmingsfirma wor-
den ingesteld.
Door de onafhankelijkheid van de bui-
tentemperatuur kan met een afzonder-
lijk koelcircuit een magazijn bijvoor-
beeld het gehele jaar worden gekoeld.
Opmerking
Bij levering is de koeling uitgeschakeld.
Om de warmtepomp in de koelmodus
("active cooling") te schakelen, is een
eenmalige vrijgave vereist. Deze vrij-
gave kan altijd worden teruggedraaid
(zie pagina 41).