D12768-1
1. Bevestig de kleine afdichtring in de gleuf aan de onderkant
van de montagebeugel.
2. Bevestig de plaat op de montagebeugel en zet hem vast
met de meegeleverde schroeven op de 3 plaatsen zoals
aangegeven op de bovenstaande afbeelding.
3. Bevestig de grote afdichtring in de gleuf aan de bovenkant
van de montageplaat.
4. Bevestig de beugel op het montageoppervlak met behulp
van de meegeleverde montagemal. Zet de beugel stevig
vast met behulp van de meegeleverd schroeven op de 3
posities zoals aangeven op de bovenstaande afbeelding.
5. Haal de SeaTalk
ng
- en DeviceNet-kabels door het gat in de
montagebeugel en de montageplaat. Doe de stekkers in de
EV-2-unit.
6. Bevestig de EV-2-unit op de montageplaat door hem
zorgvuldig te positioneren en de plaat te plaatsen in lijn met
de gleuven in de montageplaat.
Belangrijk: De EV-2-unit moet worden gemonteerd met de
pijl aan de bovenkant van de unit parallel uitgelijnd met de
lengteas van het schip.
7. Plaats de EV-2-montagekast over de EV-2-unit en duw de
kast samen met de montageplaat aan totdat de 2 onderdelen
op hun plaats vastklikken.
De EV-1- en EV-2-behuizing demonteren
Nadat de montagekast en de montagebeugel op hun plaats zijn
geklikt met daarin de EV-1- of EV-2-unit, dient u de clips los te
klikken als u de unit daarna uit de behuizing wilt halen.
Installatie
1. Duw de punt van een pen of een vergelijkbaar instrument
in één van de clips rond de buitenrand van de EV-1- of
EV-2-behuizing.
De montagekast komt los van de montagebeugel.
2. Herhaal dit zo nodig voor alle 4 de clips rond de EV-1- of
EV-2-behuizing, totdat de montagekast volledig los komt.
1
Opmerking: Gebruik om mogelijke beschadiging of
permanente sporen op de clips te voorkomen alleen een
niet-schurend en niet-permanente pen voor de bovenstaande
procedure.
D12775-1
27