4.1 EV-2-installatie
Vereisten voor plaatsing — EV–1 en EV–2
De plaats van de installatie moet rekening houden met de
volgende vereisten:
• Installeer beneden- of bovendeks.
• Monteer op een horizontaal en vlak oppervlak. De unit
kan rechtop of omgekeerd worden gemonteerd, maar de
achterzijde en de voorzijde van de unit moeten binnen 5º
stampniveau en 5º rolniveau liggen (vergeleken met de
neutrale positie van het schip in rust en normaal beladen).
• Installeer vlak op een dek, of gemonteerd op een schot, mast
of ander verticaal oppervlak, met behulp van de meegeleverde
beugel om de unit horizontaal te monteren en uit te lijnen.
• De unit moet worden gemonteerd op een afstand van
minimaal 1 m (3 ft) van magnetische interferentie, zoals
kompassen en stroomkabels.
• Beschermd tegen fysieke schade en overmatige trillingen.
• Niet in de buurt van een warmtebron.
• Uit de buurt van mogelijk brandgevaar zoals brandstofdampen.
• Moet worden gemonteerd met de pijl aan de bovenkant van de
unit parallel uitgelijnd met de lengteas van het schip. Plaats
de pijl op de unit naar voren in de richting van de pijlen zoals
weergegeven op de afbeelding hieronder:
1
1. Lengteas van het schip.
Afmetingen — EV–1 en EV–2
128 mm (5.0 in)
De EV-2 op een dek monteren
Belangrijk: De installatie mag alleen worden uitgevoerd
wanneer het schip op een harde ondergrond staat, of is
vastgelegd aan een ponton of ligplaats.
26
D12767-1
1. Gebruik de meegeleverde dekmontagemal om 4 gaten
te boren in het montageoppervlak, plus gaten van
voldoende omvang voor de verschillende SeaTalk
DeviceNet-kabels. Bevestig de kleine afdichtring in de gleuf
aan de onderkant van de montageplaat.
2. Bevestig de plaat op het montageoppervlak en zet hem vast
met de meegeleverde schroeven op de 4 plaatsen zoals
aangegeven op de bovenstaande afbeelding.
3. Bevestig de grote afdichtring in de gleuf aan de bovenkant
van de montageplaat.
1
4. Haal de SeaTalk
montageoppervlak en de montageplaat. Doe de stekkers
in de EV-2-unit.
D12689-1
5. Bevestig de EV-2-unit op de montageplaat door hem
zorgvuldig te positioneren en de plaat te plaatsen in lijn met
de gleuven in de montageplaat.
Belangrijk: De EV-2-unit moet zo worden gemonteerd, dat
de pijl aan de bovenkant van de unit parallel is uitgelijnd met
de lengteas van het schip.
6. Plaats de EV-2-montagekast over de EV-2-unit en duw de
kast samen met de montageplaat aan totdat de 2 onderdelen
op hun plaats vastklikken.
De EV-2 met een beugel monteren
Belangrijk: De installatie mag alleen worden uitgevoerd
wanneer het schip op een harde ondergrond staat, of is
vastgelegd aan een ponton of ligplaats.
D12691-1
3
2
1
ng
- en DeviceNet-kabels door het gat in het
ng
- en
Evolution EV-2