Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

8.3.1 Over Instelling 19(29)-0-04 En 19(29)-0-05; 8.3.2 Onafhankelijk Systeem; 1-Groep Gekoppeld Besturingssysteem; 8.3.4 Gekoppelde Besturing Met Meer Dan 2 Groepen - Daikin VAM350J7VEB Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur En De Gebruiker

Inhoudsopgave

Advertenties

8 Configuratie
8.3.1
Over instelling 19(29)-0-04 en 19(29)-0-05
▪ Wanneer u instelling 19(29)‑0‑04 met succes hebt ingesteld,
verandert het systeem dit automatisch in instelling 19(29)‑0‑01.
▪ Wanneer u instelling 19(29)‑0‑05 met succes hebt ingesteld,
verandert het systeem dit automatisch in instelling 19(29)‑0‑02.
OPMERKING
Als het kanaal werd veranderd, moet u schone filters
installeren
en
instelling
opnieuw configureren. Anders wordt het signaal om de
filters te reinigen te vroeg weergegeven. Regel de
instelkleppen NIET wanneer instelling 19(29)‑0‑04 of 05
geactiveerd is.
▪ Als de controller wordt uitgeschakeld terwijl u instelling
19(29)‑0‑04 of 19(29)‑0‑05 activeert, wordt de configuratie
afgebroken. Wanneer u de controller weer inschakelt, herbegint
de functie weer vanaf het begin.
▪ Instelling 19(29)‑0‑04 heeft 1 tot 6 minuten nodig. Wanneer de
lokale instelling in 0‑01 is veranderd, is de instelling met succes
voltooid.
▪ Instelling 19(29)‑0‑05 heeft 3 tot 35 minuten nodig. Wanneer de
lokale instelling in 0‑02 is veranderd, is de instelling met succes
voltooid.
INFORMATIE
Wanneer u instelling 19(29)‑0‑04 en 19(29)‑0‑05 activeert,
wordt de unit op warmteterugwinning ingesteld en de
ventilator op hoog of ultrahoog. Na de configuratie worden
de instellingen weer ingesteld op de waarden van vóór de
configuratie.
▪ Deze instellingen kunnen ALLEEN worden geactiveerd met
schone filers.
▪ Voor model 1500+2000 moet de drukval over de kanalen van de
bovenste en onderste units gelijkmatig verdeeld zijn.
▪ De functie begint zodra ze wordt geselecteerd en de controller
ingeschakeld is.
▪ Instelling 19(29)‑0‑04 kan NIET worden geconfigureerd bij een
buitentemperatuur
van
≤–10°C,
werkingsbereik valt.
▪ Instelling 19(29)‑0‑05 kan NIET worden geconfigureerd bij een
buitentemperatuur van ≤5°C. In dat geval wordt storing 65‑03
weergegeven en stopt de unit met draaien. Verander de instelling
in 19(29)‑0‑04.
▪ De instelling kan NIET worden geconfigureerd als er een alarm of
een storing actief is.
▪ Als aanjaagventilatoren worden gebruikt, kan ALLEEN instelling
19(29)‑0‑03 worden geconfigureerd.
▪ Instellingen 19(29)‑0‑04 en 19(29)‑0‑05 kunnen voor meerdere
units met 1 controller worden geconfigureerd.
8.3.2
Onafhankelijk systeem
HRV
HRV
P1 P2
e
P1 P2
P1 P2
a
c
b
d
a
Master-controller voor ventilatie-unit met
warmteterugwinning
b
Slave-controller voor ventilatie-unit met
warmteterugwinning
c
Stand schakelaar: Master
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
32
19(29)‑0‑04
of
19(29)‑0‑05
omdat
dit
buiten
P1 P2
d
Stand schakelaar: Slave
e
Maximumlengte van verbindingsleiding: 500 m
OPMERKING
Fabrieksinstellingen: Verander de instellingen van de
schakelaar NIET wanneer een controller is aangesloten.
SS1 is een schakelaar om de unit zonder controller te
bedienen. Als u de instelling van de schakelaar verandert
wanneer een controller is aangesloten, stopt de unit met
normaal te werken. Laat de schakelaar op de printplaat op
de fabrieksinstelling staan.
8.3.3

1-groep gekoppeld besturingssysteem

▪ Met de controller van de airconditioner kunt u to 16 units besturen,
bestaande uit een combinatie van binnenunits voor airconditioning
en ventilatie-units met warmteterugwinning.
▪ U kunt initiële instellingen voor de functies van de ventilatie-units
met
warmteterugwinning
voorkoelen/voorverwarmen, ventilatieluchtstroom, ventilatiestand
en verversen. Configureer de initiële instellingen voor de
ventilatie-units met warmteterugwinning met de controller van de
airconditioner. Zie
"8.2 Lijst met instellingen" op
VRV
P1
P2
a
Controller voor airconditioner
b
Controller voor airconditioner
c
Maximumlengte van verbindingsleiding: 500 m
8.3.4
Gekoppelde besturing met meer dan 2
groepen
het
Om de instellingen te veranderen, MOET P1/P2 van de controller op
de ventilatie-units met warmteterugwinning aangesloten zijn. Na het
veranderen van de instellingen kunt u de controller weer
verwijderen.
Als de unit voorzien is om te werken zonder controller, dan mag u ze
NIET inschakelen zolang de controller aangesloten is. Anders zal de
unit na het verwijderen van de controller een storing aangeven
omdat ze het signaal van de controller blijft zoeken. Reset de
voeding zonder aangesloten controller om de storing op te lossen.
▪ De optionele adapterprintplaat (KRP2A51) moet aangesloten zijn
op 1 unit die deel uitmaakt van de F1/F2-loop. Deze unit kan een
airconditioner of een ventilatie-unit met warmteterugwinning zijn.
▪ Tot 64 units, een combinatie van airconditioners en ventilatie-units
met warmteterugwinning, kunnen worden aangesloten op de F1-
en F2-klemmen.
▪ KRP2A51 biedt ALLEEN ON/OFF-regeling. Als de ventilatie-units
met warmteterugwinning in de automatische stand draaien, is een
vast instelpunt ingesteld. Als P1/P2 NIET is aangesloten, is het
instelpunt van de airconditioner onbekend.
▪ Configureer de initiële instellingen met de controller van de
airconditioner.
configureren.
Deze
functies
pagina 26.
HRV
P1 P2
c
P1P2
P1 P2
a
b
VAM350~2000J7VEB
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P487293-1B – 2019.02
zijn

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave