8 Configuratie
7.4
Centraal besturingssysteem
Systeem
Besturingssysteem alle/
individueel
Zonebesturingssysteem
a
Centrale controller
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
Airconditioner
Controller
Controller
8
Configuratie
De in dit hoofdstuk gebruikte instellingen (formaat: XX(XX)-X-XX),
bijvoorbeeld 19(29)-1-02, bestaan uit 3 delen, afgescheiden door "-":
▪ Standnummer: bijvoorbeeld 19(29), waarbij 19 het standnummer
voor groepsinstellingen is en 29 het standnummer voor individuele
instellingen.
▪ Schakelaarnummer: bijvoorbeeld 1
▪ Positienummer: bijvoorbeeld 02
8.1
Bedieningsprocedure
De instellingen van de ventilatie-unit met warmteterugwinning
kunnen worden veranderd met de controller van de ventilatie-unit
met warmteterugwinning of met die van de airconditioner.
Initiële instellingen
▪ Standnummers 17, 18 en 19: groepsbesturing van ventilatie-units
met warmteterugwinning.
▪ Standnummers 27, 28 en 29: individuele besturing.
8.1.1
Instellingen wijzigen
Geval 1: Instellingen wijzigen
Met BRC1E53
Controleer of het deksel van de besturingskasten op de ventilatie-
unit met warmteterugwinning gesloten is.
1 Druk kort op een toets om de schermverlichting in te schakelen.
2 Houd de Annuleertoets (a) minstens 4 seconden ingedrukt om
naar het menu Service instellingen te gaan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
24
Standaardmethode
▪
Algemene AAN/UIT-controller: DCS301B(A)51. Tot 16 groepen kunnen met 1
bediening worden bestuurd (ON/OFF) en in 1 systeem kunnen tot 4 bedieningen
worden geïnstalleerd.
▪
Weektimer: DST301B(A)51. Eén weektimer kan het weekprogramma van max. 128
a
units regelen.
▪
Adapterprintplaat voor afstandsbediening: KRP2A51 (kan NIET samen met een
andere gecentraliseerde afstandsbediening worden gebruikt). 1 adapterprintplaat kan
tot 64 groepen collectief besturen.
▪
Eén van de controllers moet op een airconditioner worden aangesloten. (ALLEEN
KRP2A51 kan op een ventilatie-unit met warmteterugwinning worden aangesloten).
▪
Het gebruik van de centrale controller maakt zonebesturing via de leiding van de
centrale besturing mogelijk (tot 64 zones).
▪
Centrale controller DCS302C(A)51, intelligent Touch Controller DCS601C51, of
a
intelligent Touch Manager DCM601A51.
▪
De centrale controller kan de onafhankelijke werking van de ventilatie-units met
warmteterugwinning in elke zone besturen.
3 Ga naar Lokale instellingen met de toetsen omhoog/omlaag en
druk op de Menu/Enter-toets (b).
4 Druk op de toetsen links/rechts om het nummer onder Mode te
markeren.
5 Druk op de toetsen omhoog/omlaag om het gewenste
standnummer te selecteren.
Gevolg: Vanaf stand 20 moet u ook een unitnummer
selecteren voor individuele besturing.
6 Markeer het nummer onder Unit No. met de de toetsen links/
rechts.
7 Druk op de toetsen omhoog/omlaag om een nummer van een
binnenunit te selecteren. Een unitnummer selecteren is NIET
nodig wanneer u de volledige groep configureert.
8 Druk op de toetsen links/rechts om een te wijzigen
schakelaarnummer (0 tot 15) te selecteren.
Bij individuele instellingen:
Lokale instellingen
Unit nr.
0
Terug
Bij groepsinstellingen:
Lokale instellingen
Terug
9 Druk op de toetsen omhoog/omlaag om het gewenste
positienummer te selecteren.
Mode
20
Instelling
Mode
10
Instelling
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
Verwante items in elektrische
bedrading
Zie
"8.3.6 Centraal
besturingssysteem" op pagina 33
Zie
"8.3.6 Centraal
besturingssysteem" op pagina 33
VAM350~2000J7VEB
4P487293-1B – 2019.02