f
Klemmenstrook
g
Klemmenstrook transmissiebedrading (P1, P2, F1, F2)
h
Transmissiebedrading (naar optionele controller)
i
Voedingskabel
j
Kabels voor aansluiting van extra externe instelklep
(bijgeleverd accessoire)
k
Gesloten busconnector met geïsoleerde
koppelverbindingen (0,75 mm²) (lokaal te voorzien)
l
Dubbele of verstevigde geïsoleerde flexibele kabel
(0,75 mm²) naar externe instelklep (lokaal te voorzien)
m
Kabelbinding (lokaal te voorzien)
n
BRP4A50A (optioneel accessoire)
o
KRP2A51 (optioneel accessoire)
p
CO₂-sensor (optioneel accessoire)
q
Tapschroef
r
Kabels voor ververswerking
6.5.3
Elektrische aansluitingen voor extra
lokaal voorziene instelklep
Een externe instelklep voorkomt de aanvoer van buitenlucht
wanneer de ventilatie-unit met warmteterugwinning uitgeschakeld is.
De
printplaat
van
de
hoofdunit
warmteterugwinning
bestuurt
warmteterugwinning en biedt een contact voor een externe
instelklep.
d
X24A
b
c
PCB
a
a
Hoofdunit ventilatie met warmteterugwinning
b
Externe instelklep
c
Aarding externe instelklep
d
Voedingsbron
VOORZICHTIG
Volg de onderstaande instructies nauwkeurig op.
Vereiste elektrische aansluitingen
Sluit één uiteinde van de accessoirekabel aan op de X24A-
connector op de printplaat en het andere uiteinde op de kabel naar
de externe instelklep via een gesloten busconnector met geïsoleerde
koppelverbindingen (0,75 mm²).
Let op dat de kabel NIET gespannen wordt. Het elektrische circuit
vereist een stroombeveiliging van 3 A en een maximale spanning
van 250 V.
X24A sluit het contact wanneer de ventilator van de ventilatie met
warmteterugwinning begint te draaien en opent het contact wanneer
de ventilator stopt.
6.5.4
Voedingsaansluiting,
besturingsbedradingsklemmen en -
schakelaars op de printplaat
Voeding aansluiten
1 Sluit de voeding aan op de L- en N-klemmen.
2 Leg de voedingskabel vast met de voedingsklem, zoals
aangegeven in
"6.5.2 Schakelkast openen" op
3 Vergeet niet de aardingskabel aan te sluiten.
VAM350~2000J7VEB
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P487293-1B – 2019.02
van
de
ventilatie
met
de
ventilatie-unit
met
pagina 18.
n
m
l
k
J3
J2
J1 JC
X5A
X6A X12A X11A
o
p
NOR.
NOR.
H M
SS1
q
a
Elektrische voeding
b
Klemmen
c
Bypass-instelklep
d
Bypass-instelklep (alleen model 1500+2000 onderste unit)
e
Externe instelklep (lokaal te voorzien)
f
Ventilatorcommunicatie
g
KRP2A51 (optie)
h
Controller
i
Centrale besturing
j
Externe input
k
Buitenluchtthermistor
l
Binnenluchtthermistor
m
Bypass-instelklep (alleen model 1500+2000 onderste unit)
n
Bypass-instelklep
o
BRP4A50A (optioneel accessoire)
p
CO₂-sensor
q
Fabrieksinstelling (geen werking als instelling is veranderd)
OPMERKING
Fabrieksinstellingen: Verander de instellingen van de
schakelaar NIET wanneer een controller is aangesloten.
SS1 is een schakelaar om de unit zonder controller te
bedienen. Als u de instelling van de schakelaar verandert
wanneer een controller is aangesloten, stopt de unit met
normaal te werken. Laat de schakelaar op de printplaat op
de fabrieksinstelling staan.
6.5.5
Richtlijnen voor het aansluiten van de
elektrische bedrading
Denk aan de volgende punten:
▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog
op het uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het
bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt
werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde krimpklem
▪ Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
j
i
h
J3 J2 J1 JC
F2 F1 P2 P1
F2 F1 N/P2 P/P1
H M
SS1
g
f
e
d
c
b
L
N
X27A
F1U 6.3A
a
21