DEFINITIES
•
Hangbrug:
Het werkplatform als onderdeel van een tijdelijke hangbrug systeem
•
Tijdelijke hangbrug systeem (TSP):
systeem van werkplatform, takels, centrale bedieningskast, staalkabels en dakophangpunt, dat kan worden
opgebouwd uit losse componenten, voor het tijdelijk verschaffen van toegang tot een gebouwgevel.
•
Takel:
electrisch apparaat dat langs een staalkabel kan klimmen of dalen, terwijl het een last draagt, zoals bijvoorbeeld
een werkplatform
•
Centrale bedieningskast (CCB):
bedieningspaneel waarmee de takels worden aangestuurd
•
Dakophangpunt:
Een constructie op dakniveau, bedoeld voor de ophanging van een werkplatform
•
Dakbalk:
specifiek type dakophangpunt, voornamelijk bestaande uit een lange balk met een overstekend eind en geplaatst
op twee staanders of bokken
•
Ophangkabel:
staalkabel, bevestigd aan het dakophangpunt, langs welke de takel klimt of daalt
•
Ophangbeugel
constructie die een geschikte verbinding mogelijk maakt tussen een werkplatform een een specifiek type takel
•
Eindophangbeugel
Ophangbeugel die zich aan een uiteinde van het werkplatform bevindt en tevens dienst doet als eindleuning
•
Doorloopbeugel
Ophangbeugel die zich op een bepaalde afstand van een uiteinde van het werkplatform bevindt, waarmee een
overstek van het werkplatform wordt gecreëerd
•
Work Load Limit:
(= WLL) Nominale capaciteit van ee takel. De belastbaarheid van een werkplatform is onder andere gebaseerd op
de WLL van een takel, net als de capaciteit en het verieste aantal contragewichten van een dakbalk
•
Belastbaarheids- en configuratietabellen:
Lijst met toegestane platformlengten die, in combinatie met takelcapaciteit en type ophangbeugel, een bepaalde
maximale belastbaarheid genereren
•
Bevestigingspen met borgclip
onderdeel voor de verbinding van de losse componenten van het hangbrug systeem
copyright © 2005 Altrex B.V.
01 juli 2005
I - 6
pag.