Aansluitklemmen ON/OFF1+ON/OFF2:
Potentiaalvrij contact voor het extern uitschakelen
van het apparaat. Als dit contact is geopend (niet
overbrugd), schakelt de installatie naar stand-by.
Bij gebruik van deze beide contacten is het inscha-
kelen via infrarood-afstandsbediening echter niet
mogelijk. Als dit contact wordt gesloten (overbrugd)
schakelt de installatie terug naar de fabrieksin-
schakeling 24 graden automatische modus.
Aansluiting van een kabelafstandsbediening
met weekprogramma (MCC-1 Controller):
1.
Voor de elektrische voedingsspanning moet
een netvoedingsleiding van 230 V / 1~/50 Hz
worden voorzien bij de MCC-1 controller.
Deze wordt aangesloten op de klemmen L, N
en P.
2.
Voor de communicatie tussen de MCC-1
controller en de wandunits type MXW
203-523 is een 3-aderige, afgeschermde
besturingsleiding nodig. De minimale door-
snede moet 0,75 mm
gesloten op de klemmen X, Y en E van de
MCC-1 controller en verbonden met de con-
tact CN 403 (X,Y,E) extra printplaat van de
binnenunits.
3.
De in de leveringsomvang van de MCC-1
controller opgenomen 120 Ohm weerstanden
worden op de klemmen X en Y van de con-
trollers, evenals aan de klemmen X en Y van
de laatste binnenunit van de serie aange-
sloten.
4.
Op de adapterprintplaat van de MXW-bin-
nenunit (op de apparaatplaat) bevindt zich
een DIP-, evenals een draaischakelaar. Deze
maken de adressering van de betreffende
binnenunits mogelijk. Zorg dat de aange-
sloten binnenunits elk met een verschillend
adres zijn geprogrammeerd. Het instellen
van de DIP-schakelaar moet in een span-
ningsloze toestand als volgt gebeuren:
Draai-
schake-
DIP-schakelaar
laar
0
8
0
8
0
8
0
8
5.
Na het succesvol adresseren van de binnen-
units verschijnen deze met het betreffende
adres op het display van de MCC-controller
en bedrijfsgereed.
2
zijn. Deze wordt aan-
Adresse-
ring
ON
0-15
1 2
ON
16-31
1 2
ON
32-47
1 2
ON
48-63
1 2
29