O
NDERHOUD
6.3
De gasbrander inspecteren
Het uitnemen van de brander
42
•
Maak de sifon van de condensafvoer schoon, en vul deze
opnieuw met water.
w
Waarschuwing:
De sifon moet gevuld zijn, anders kunnen
rookgassen ontsnappen.
•
Meet de CO
-waarde van de rookgassen, en controleer
2
dat deze overeenstemmen met de technische specificaties.
Zie ook:
6.3 - De gasbrander inspecteren, pagina 42
6.4 - Afstelling van de ontsteekelektrode, pagina 43
3.4.5 - De rookgassen controleren, pagina 34
1.5.1 - Veiligheid bij installatie, onderhoud en service, pagina 11
De gasbrander moet jaarlijks inwendig geïnspecteerd en
schoongemaakt worden door technisch gekwalificeerd perso-
neel.
1. Stel het toestel buiten bedrijf volgens de voorschriften.
2. Open het service-compartiment.
3. Draai de 6 inbusbouten 1 los.
4. Neem de brander 2 compleet met de flens en de premix-
ventilator uit.
5. Controleer de warmtewisselaar van binnen op vervuiling of
beschadigingen.
6. Controleer de brander op beschadigingen.
7. Maak indien nodig de ontsteekelektrode schoon met fijn
schuurpapier.
c
Let op:
De elektrode niet verbuigen.
8. Controleer de luchttoevoer en de luchtafvoer.
9. Reinig indien nodig met een stofzuiger het inwendige van
de brander.
10. Indien de warmtewisselaar van buiten sterk vervuild is: rei-
nig deze met een zachte borstel.
L
UCHTVERWARMER