Versie: Manual_Version (10-06-2013)
Zie ook:
5.2.1 - Als het toestel niet werkt, pagina 39
5.2.2 - Als er een storingsmelding is, pagina 39
4 - Buiten bedrijf stellen, pagina 37
5.2.1 Als het toestel niet werkt
Als de ventilator van het toestel niet werkt, probeer dan het
volgende:
1. Controleer of de netvoeding is ingeschakeld en/of de stek-
ker in het stopcontact zit.
2. Controleer op de thermostaat of het toestel niet is uitge-
schakeld doordat de ingestelde ruimtetemperatuur is
bereikt. Stel zo nodig een hogere temperatuur in.
3. Controleer of de thermostaat een storingsmelding geeft.
Reset deze zo nodig.
w
Waarschuwing:
Onderstaande handelingen mogen ALLEEN
worden uitgevoerd door technisch gekwalifi-
ceerd personeel.
1. Controleer of de werkschakelaar in het toestel in stand 1
(aan) staat.
2. Probeer het toestel te starten met de servicetoets in het
service-compartiment van het toestel.
3. Controleer en vervang zo nodig de zekeringen in het toe-
stel.
Zie ook:
5.1 - Storingsmeldingen uitlezen en opheffen, pagina 38
3.3 - Servicebedrijf, pagina 31
7.3 - Zekeringen, pagina 47
1.5.1 - Veiligheid bij installatie, onderhoud en service, pagina 11
5.2.2 Als er een storingsmelding is
Als de thermostaat en/of het servicedisplay een storing aan
geeft, probeer dan de storing te resetten.
Als dit het probleem niet oplost, probeer dan het volgende:
39