de toetsen wilt invoeren, drukt u snel twee keer achtereen
op de functietoets.
2
— Shift-toets. Als u tussen de verschillende typen letters
wilt overschakelen, drukt u op de Shift-toets.
3
— Chr-toets. Met de Chr-toets kunt u tekens invoeren die
niet op het toetsenblok staan. Als u toegang wilt hebben tot
de sneltoetscombinaties achter de Ctrl-toets, zoals Ctrl + C,
drukt u op de functietoets en de Chr-toets om Ctrl in te voeren
en vervolgens op de gewenste toets, bijvoorbeeld C.
1
— Hoofdtelefoonaansluiting
2
— Toets volume omhoog
3
— Spraaktoets. Druk op deze toets om de actieve oproep te
dempen of het dempen ongedaan te maken. Deze toets
wordt ook gebruikt bij spraakopdrachten en P2T-
toepassingen.
4
— Toets volume omlaag
5
— Infraroodpoort
6
— Geheugenkaartsleuf
7
— Micro USB-aansluiting
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
15