3.1.2
Gaslucht
Bij gaslucht moeten de volgende veiligheidsaanwijzingen
in acht worden genomen:
• bedien geen elektrische schakelaars in de gevarenzo-
ne
• rook niet in de gevarenzone
• gebruik geen telefoon in de gevarenzone
• draai de gaskraan dicht
• ventileer de gevarenzone
• stel het energiebedrijf op de hoogte.
3.1.3
Wijzigingen in de omgeving van het
CV-toestel
Aan de volgende inrichtingen mogen geen wijzigingen
worden uitgevoerd:
– aan het CV-toestel
– aan de leidingen voor gas, water en stroom
– aan de rookgasafvoerleiding
– aan bouwkundige constructies die invloed kunnen
hebben op de gebruiksveiligheid van het toestel, met
name aan de verbrandingsluchtleiding
a
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door uitstromend
water!
Gebruik bij het vast- of losdraaien van schroef-
verbindingen altijd passende steeksleutels
(geen buistangen, verlengingen enz.).
3.2
Voorschriften en normen
Voor het installeren dienen de volgende voorschiften,
normen en richtlijnen in acht genomen te worden:
• NEN 1078. Voorschriften voor aardgasinstallaties;
• Gavo 1987 (en aanvullingen);
• NPR 3378. Toelichting bij NEN 1078;
• NEN 2757. Toevoer van verbrandingslucht en afvoer
van rook van verbrandingstoestellen;
• NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsin-
stallaties;
• NEN 3028. Veiligheidseisen voor centraleverwar-
mingsinstallaties;
• NEN 1006. Algemene voorschriften voor drinkwaterin-
stallaties;
• Het bouwbesluit;
• Algemene bepalingen van de plaatselijk nutsbedrijven
Installatie- en onderhoudshandleiding thermoCOMPACT 0020055064_01
Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften 3
7