4.3 Inschakelgedrag
Telkens wanneer het sensorgedeelte op het voedingsgedeelte wordt gesto-
ken of telkens na uitschakeling van de spanning doorloopt de melder 3 fasen,
die door een LED worden weergegeven.
1. Opstartfase (30 sec)
● LED knippert elke seconde, beide contacten gesloten
(licht en aanwezigheid AAN)
● Bij afwezigheid openen beide contacten na 30 sec.
2. Servicefase (10 min.)
● Het contact „Licht" reageert onvertraagd op lichtsterkte ter controle van de
lichtsterkte- schakelwaarde.
● Bij onvoldoende lichtsterkte wordt het licht ingeschakeld (LED AAN),
bij voldoende lichtsterkte wordt het licht uitgeschakeld (LED UIT).
● Het licht schakelt tijdens de servicefase volautomatisch
(niet halfautomatisch).
● Door een druk op de knop wordt de servicefase vroegtijdig beëindigd.
3. Gebruik
● De melder is klaar voor gebruik (LED UIT).
122
122