c
Plaats de mat waarop het materiaal voor
tekenen (snijden) is aangebracht.
• Voer de mat lichtjes in de doorvoersleuf en druk
vervolgens op
• Zie "Mat plaatsen" op pagina 20 voor meer
informatie over het invoeren van de mat.
d
Selecteer "Tekenen" in het keuzescherm voor
tekenen/snijden.
De tekenlijn (blauw) wordt weergegeven.
e
Stel de tekensnelheid en -druk af.
Voordat u het patroon gaat tekenen, moet u de
tekensnelheid en -druk afstellen. U kunt deze
aanpassingen uitvoeren in het instellingenscherm.
Druk op
in het bedieningspaneel.
Tik op
of
Opmerking
• Als de tekendruk te hoog is, kan de penpunt
beschadigd raken. Stel deze af op een juiste
instelling.
Memo
• Aanpassingen in de tekendruk zijn van invloed
op het eindproduct. Gebruik hetzelfde materiaal
waarop u het patroon gaat tekenen om de
aanpassingen te maken.
f
Druk op de "Start/Stop"-toets in het
bedieningspaneel om te beginnen met tekenen.
Opmerking
• Verwijder de pen na gebruik uit de penhouder
en plaats de dop vervolgens op de pen voordat
u deze opbergt.
44
in het bedieningspaneel.
om de instellingen te wijzigen.
Snijden rond tekeningen
In dit voorbeeld gaan we een marge opgeven voor
een ingebouwd patroon en het patroon tekenen,
Vervolgens gaan we een omtrek rond de tekening
snijden.
■ Marge opgeven
a
Tik op het patroon dat u wilt tekenen.
b
Stel de marge af.
Geef in het instellingenscherm de marge op. Dit is de
afstand van de patroonomtrek tot de snijlijn rond het
patroon. Druk op
het instellingenscherm weer te geven.
Tik op
of
a
b
a Margelijn
b Patroonomtrek (stiklijn)
c Marge
Tik op de toets "OK" om het opgeven van de
instelling te voltooien en terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm.
in het bedieningspaneel om
om de instelling te wijzigen.
c