Stap
12
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1 beugel van de vanger
8 rijtuigbouten, 5/16 x 1 inch
8 flensmoeren, 5/16 inch
Montage van het mondstuk en
de afvoerbuizen
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de borgmoer, de bout, de veer en het
afstandsstuk waarmee de grasgeleider is bevestigd aan
de maaimachine (Fig. 24).
4. Plaats de voorste haak van het mondstuk in de voorste
gleuf op de bevestigingsbeugel (Fig. 18).
5. Plaats de achterste haak op de achterkant van de
bevestigingsbeugel (Fig. 18).
6. Monteer de bovenste buis in de vanger (Fig. 18).
7. Schuif de klem op de middelste buis (Fig. 18).
8. Houd de knop op de middelste buis recht tegenover de
inkeping in de bovenste buis. Schuif de middelste buis
in de bovenste buis en draai de middelste buis
60 graden (Fig. 18).
9. Zet de klem vast rond de verbinding van de bovenste en
middelste buis (Fig. 18).
10. Schuif de middelste buis op het mondstuk en zet ze aan
elkaar vast (Fig. 18).
2
5
1
10
8
7
Figuur 18
1. Mondstuk
2. Middelste buis
3. Knop
4. Bovenste buis
5. Vergrendelstang
6. Inkeping in bovenste buis
14
11
3
4
6
9
m–5889
7. Bevestigingsbeugel
8. Voorste gleuf
9. Achterste haak
10. Voorste haak
11. Klem