1. Maak de vanger leeg.
2. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
4. Verwijder het complete leidingstelsel van de grasvanger
en het mondstuk.
5. Verwijder het mondstuk van de maaimachine.
6. Verwijder voorzichtig met een stok of een soortgelijk
voorwerp de verstopping uit de maaimachine, de
bovenste buis, de middelste buis of het mondstuk. Doe
dit niet met uw handen.
7. Nadat u de verstopping hebt verwijdert, monteert u het
complete vangsysteem en gaat u verder met maaien. Zie
Montage van de afvoerbuizen, blz. 14.
De afvoerbuizen verwijderen
Opmerking: Vergeet niet de grasgeleider te monteren als u
de machine in de zijafvoer-modus gebruikt. Zie
Grasgeleider monteren, blz. 18.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Maak de middelste buis los van het mondstuk en schuif
deze opzij (Fig. 18).
4. Verwijder de buizen uit de vanger (Fig. 18).
5. Verwijder het mondstuk van de bevestigingsbeugel
(Fig. 18).
6. Als u de machine in de zijafvoer-modus gaat gebruiken,
moet u de grasgeleider monteren. Zie Grasgeleider
monteren, blz. 18.
De grasvanger verwijderen
Gevaar
Als u de maaimachine zonder de vanger of de
afvoerbuizen en het mondstuk gebruikt, kunnen de
bestuurder en andere personen letsel oplopen als
gevolg van uitgeworpen voorwerpen of contact met
het maaimes.
U mag de maaimachine uitsluitend gebruiken
als de complete vanger is gemonteerd of als de
machine in de zijafvoer-modus is gezet.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de afvoerbuizen. Zie De afvoerbuizen
verwijderen, blz. 18.
4. Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen uit de
vanger en de beugel van de vanger (Fig. 11).
5. Verwijder de beschermplaat van de poelie (Fig. 12).
6. Verwijder de riem van de vanger en de arm van de
spanpoelie van de vanger met de poelie (Fig. 13).
7. Verwijder de vanger van de bevestigingsbeugel
(Fig. 11).
8. Monteer de grasgeleider. Zie Grasgeleider monteren,
blz. 18.
9. Verwijder alle plaatgewichten en staafgewichten op
de voorkant (Figuren 16 en 17).
Grasgeleider monteren
De veer van de grasgeleider heeft een L -vormig uiteinde of
een recht uiteinde (Fig. 24).
Opmerking: Let erop dat de grasgeleider is gemonteerd als
de vanger en de buizen worden verwijderd.
Waarschuwing
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het
maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in
contact komen met het mes.
Gebruik de maaimachine nooit zonder afdekplaat,
mulch-plaat, een grasgeleider of grasafvoer en een
grasvanger.
18