Gebruikershandleiding
5. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op
het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om verbinding te maken.
Opmerking:
U kunt de verbindingsmethode controleren op de website. Scan met een smart device de QR-code die op het
bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de website te openen, of voer de URL (http://epson.sn) in op de
computer en ga naar Instellen.
6. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
7. Nadat de verbinding is gemaakt, tikt u op OK of Sluiten op het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking:
U kunt de verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (Eenvoudig AP) ook configureren met een smart device. Zie Tips op de
volgende website.
http://epson.sn
> Ondersteuning
Geavanceerde netwerkinstellingen maken
U kunt de naam van het netwerkapparaat, TCP/IP-instellingen, de proxyserver enzovoort aanpassen. Controleer
de netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1. Tik op het startscherm op Instel..
2. Tik op Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Tik op het menu-item dat u wilt configureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Gerelateerde informatie
"Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen configureren" op pagina 31
&
Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen configureren
Selecteer het menu-item dat u wilt configureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
❏ Apparaatnaam
U kunt de volgende tekens gebruiken.
❏ Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
❏ Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
❏ Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
❏ Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
Netwerkinstellingen
31