2
Snelkoppe-
lingen voor
functies
3
Afsluiten
De navigatietoetsen gebruiken
Wanneer het hoofdmenu van de OSD is geactiveerd, beweegt u de joystick om de
instellingen te configureren. De volgende navigatietoetsen worden onder de OSD
weergegeven.
Nadat u de instellingen hebt veranderd, drukt u op de joystick om de wijzigingen om
te slaan voordat u verder gaat naar een ander menu of sluit u het OSD-menu.
OPMERKING: Om het huidige menu-item te sluiten en terug te keren
naar het vorige menu, duwt u de joystick naar links totdat alles is
gesloten.
Wanneer u de joystick naar links of rechts duwt om
tussen de functies van de snelkoppelingen te schakelen,
wordt het geselecteerde item gemarkeerd en naar de
middenpositie geschakeld. Druk op de joystick om het
betreffende submenu te openen. Nadat u de instellingen
hebt veranderd, drukt u op de joystick om de wijzigingen
om te slaan voordat u verder gaat naar een andere
functie of afsluit.
• Input Source (Ingangsbron): kies een ingangsbron
uit de lijst met videosignalen die met het beeldscherm
zijn verbonden.
• Preset Modes (Voorinstellingen): kies een
gewenste kleurmodus uit de lijst met voorinstellingen.
• Brightness/Contrast (Helderheid/Contrast):
open de schuifknoppen voor het aanpassen van
helderheid en contrast.
OPMERKING: U kunt de gewenste sneltoetsen
instellen. Zie
Personalize (Personaliseren)
Sluit de Menustarter.
Het beeldscherm bedienen │ 49
voor details.