vEILIGHEIDSINStRUctIES
ONJUISt GEBRUIK vAN EEN SLIJpScHIJf KAN ERvOOR zORGEN DAt DE ScHIJf DEfEct RAAKt EN KAN ERNStIG
LEtSEL vEROORzAKEN.
SLIJpEN IS vEILIG ALS DE BASISREGELS HIERONDER WORDEN OpGEvOLGD. DEzE REGELS zIJN
GEBASEERD Op MAtERIAAL UIt DE ANSI B7.1-vEILIGHEIDScODE vOOR 'GEBRUIK, zORG EN
BEScHERMING vAN SLIJpScHIJvEN'. vOOR UW vEILIGHEID RADEN WE U AAN tE pROfItEREN vAN DE
ERvARING vAN ANDEREN EN DEzE REGELS NAUWKEURIG Op tE vOLGEN.
1. ga altijd op een vOORzIcHtIGE manier om met
schijven, ook bij de opslag.
2. INSpEctEER alle schijven voor gebruik altijd
visueel op mogelijke schade.
3. cONtROLEER altijd of DE MAcHINESNELHEID
overeenkomt met de maximale bedieningssnelheid die
veilig wordt geacht en die staat aangegeven op de schijf.
4. cONtROLEER DE MONtAGEfLENzEN op een
gelijke en correcte diameter.
5. gebruik De montageregisters die bij de
schijven zijn geleverd.
6. zorg ervoor dat de werksteun juist is aangepast.
7. gebruik altijd EEN BEScHERMINGSKAp die op zijn
minst de helft van de slijpschijf beDekt.
8. laat pAS GEMONtEERDE ScHIJvEN gedurende
minstens een minuut draaien op operationele snelheid,
met de beschermingskap op zijn plaats, voordat ermee
wordt geslepen.
9. gebruik altijd een veiligheiDsbril of een soort
van goedgekeurde bescherming voor de ogen wanneer u
slijpt.
vERMIJD INHALAtIE vAN StOf afkomstig van het slijpen en snijden. Blootstelling aan stof kan
ademhalingsaandoeningen veroorzaken. Gebruik stofmaskers goedgekeurd door NIOSH of MSHA,
veiligheidsbrillen of lasschilden en beschermende kleding. Voorzie in adequate ventilatie om stof te verwijderen
of om het stofniveau onder de maximaal aanvaardbare waarde voor stofoverlast te houden, zoals geclassificeerd
door OSHA.
Doen
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING
1. gebruik geen schijf met een barst of een schijf dat
is gevallen of is beschadigd.
2. fORcEER een schijf niet op een machine en pas
ook niet de grootte van de montageopening aan. Als de
schijf niet op de machine past, moet u er eentje zoeken
die er wel op past.
3. ga nooit over De maximale
beDieningssnelheiD heen die is vastgesteld voor de
schijf.
4. gebruik geen montageflenzen waarvan het
draagvlak NIEt ScHOON, vLAK EN vRIJ vAN
BRAMEN IS.
5. Draai de montagemoer niet overmatig aan.
6. slijp niet op de zIJKANt vAN DE ScHIJf (zie
veiligheidscode B7.2 voor uitzonderingen).
7. start de machine niet totdat de
ScHIJfBEScHERMINGSKAp Op zIJN pLAAtS IS.
8. Duw het werkstuk niet met kracht tegen de schijf.
9. ga niet pal voor een slijpschijf staan als de
slijpmachine wordt gestart.
10. fORcEER DE SLIJpMAcHINE niet zodanig dat de
motor aanzienlijk vertraagt of dat werk warm wordt.
WAARSCHUWING
9
niet Doen