Besturing waterpomp
Sluit de voeding van de besturingscontactgever van klem 27 en 28 (pomp #1) op klemmenbord M3 aan op een voeding
met dezelfde spanning als de pompschakelaar. De klemmen zijn eigenlijk verbonden met een vrij contact op de
microprocessor.
Het contact van de microprocessor biedt de volgende schakelcapaciteit:
Maximumspanning:
Maximumstroom:
Referentienorm:
Met de hiervoor beschreven aansluiting kan de waterpomp automatisch door de microprocessor worden aangestuurd.
Sluit best een potentiaalvrij contact aan op de thermomagnetische schakelaar van de pomp en dit in serie met het
contact van de stromingsschakelaar.
Alarmrelais – Elektrische bedrading
De unit is uitgerust met een vrije digitale aansluiting, waarvan de status verandert wanneer er zich een alarm voordoet in
één van de koelcircuits. Sluit dit signaal, klem 25 en 26 van klemmenbord M3, aan op een extern visueel of auditief
alarm of op het gebouwbeheersysteem om de werking te monitoren; raadpleeg het elektrische schema van de machine
voor de bedrading.
Afstandsbediening unit aan/uit – Elektrische bedrading
De machine is uitgerust met een digitale aansluiting voor besturing op afstand van de machine: klem 58 en 59 van
klemmenbord M3. Deze aansluiting kan worden aangesloten op een opstarttimervoorziening, een schakelaar of een
gebouwbeheersysteem. Wanneer deze ingeschakeld wordt, begint de microprocessor de opstartsequentie, waarbij eerst
de waterpomp en vervolgens de compressoren worden ingeschakeld. Wanneer deze uitgeschakeld wordt, begint de
microprocessor de sequentie voor het uitschakelen van de machine. Het contact moet potentiaalvrij zijn.
Overboost-unit – Elektrische aansluiting
De machine is uitgerust met een digitale aansluiting voor overboost, d.w.z. de compressor draait dan met een hogere
frequentie (75 Hz) wanneer de thermodynamische omstandigheden dit mogelijk maken, zelfs bij een omgevings-
temperatuur van minder dan 35° C (overboost is autom atische voor temperaturen boven 35° C). Sluit een sc hakelaar aan
tussen klem 37 en 38 van klemmenbord M3 om de overboostfunctie te activeren. Het contact moet potentiaalvrij zijn.
Dubbel instelpunt– Elektrische bedrading
Met het dubbel instelpunt door middel van een schakelaar kan het instelpunt van de machine worden omgeschakeld
tussen twee eerder ingestelde waarden op het bedieningspaneel van de unit. De machine kan bijvoorbeeld worden
ingesteld om 's nachts ijs te produceren en overdag standaard te werken. Sluit een timerschakelaar aan tussen klem 5
en 21 van klemmenbord M3. Het contact moet potentiaalvrij zijn.
Extern resetten van het waterinstelpunt – Elektrische bedrading (optioneel)
Het lokale instelpunt van de machine kan worden veranderd door middel van een extern 4-20 mA analoog signaal. Na
het activeren kunt u met de microprocessor het instelpunt van de lokaal ingestelde waarde veranderen, tot een maximaal
verschil van 3° C; 4 mA komt overeen met een reset va n 0° C, 20 mA komt overeen met het maximale verschil .
De signaalkabel moet rechtstreeks op klem 44 en 43 van klemmenbord M3 worden aangesloten.
De signaalkabel moet een afgeschermde kabel zijn en moet uit de buurt van de voedingskabels worden gehouden om
storingen in de elektronische controller te voorkomen.
Unitbeperking – Elektrische bedrading (optie)
De microprocessor van de machine kan de capaciteit van de unit op twee manieren beperken:
-
Belastingsbeperking: de belasting kan worden aangepast door middel van een extern signaal van 4-20 mA
afkomstig van een gebouwbeheersysteem.
De signaalkabel moet rechtstreeks op klem 42 en 43 van klemmenbord M3 worden aangesloten.
De signaalkabel moet een afgeschermde kabel zijn en moet uit de buurt van de voedingskabels worden
gehouden om storingen in de elektronische controller te voorkomen.
-
Stroombeperking: de belasting van de machine kan worden veranderd door middel van een 4-20 mA signaal
afkomstig van een extern apparaat. In dit geval moeten de waarden voor de stroombeperking worden ingesteld
op de microprocessor zodat de microprocessor de waarde van de gemeten stroom doorstuurt en deze beperkt.
De signaalkabel moet rechtstreeks op klem 44 en 43 van klemmenbord M3 worden aangesloten.
De signaalkabel moet een afgeschermde kabel zijn en moet uit de buurt van de voedingskabels worden
gehouden om storingen in de elektronische controller te voorkomen.
De beperking kan altijd worden geactiveerd door middel van een digitale aansluiting. Sluit de
activeringsschakelaar of de timer (potentiaalvrij contact) aan op klem 5 en 9.
Let op: De twee opties kunnen niet tegelijk worden geactiveerd. De ene functie sluit de andere uit.
250 V AC
2 A Weerstandsstroom - 2 A Inductiestroom
EN 60730-1
D - KIMAC00305-10NL - 31/64