Hold-to-run
Met deze functie actief wordt de beweging van de automatisering (openen of sluiten) onderbroken als de bediening wordt
losgelaten.
De activering van de functie deactiveert alle andere bedieningen.
F6
Instructie 2-7
Voor de koppeling van een instructie aan het apparaat verbonden aan 2-7.
F7
Instructie 2-3P
Koppelt een instructie aan het apparaat verbonden aan 2-3P.
F8
Obstakeldetectie met stilstaande motor
Met deze functie actief blijft het hek stilstaan als de beveiligingen een obstakel detecteren. De functie werkt bij: gesloten hek,
open hek of na een totale stop.
F9
Lampje openen of inschakelen elektrisch slot
Geeft de status van het hek aan of schakelt het elektrisch slot in. Apparaat aangesloten op de uitgang 10-5.
F10
Hold-to-run
Instructie 2-7
Instructie 2-3P
Obstakeldetectie met stilstaande
motor
Lampje openen of inschakelen
elektrisch slot
OFF (default)
ON
0 = Stap voor stap (default)
1 = Sequentieel
2 = Openen
3 = Sluiten
0 = Voetgangersopening (Default)
Volledige opening van alleen M2.
1 = Gedeeltelijke opening
Gedeeltelijke opening van alleen M2.
De openingsgrootte van M2
wordt in een percentage ingesteld
met de functie [F36] Instelling
gedeeltelijke opening.
2 = Openen
OFF (default)
ON
0 = Lampje aan (default) - Het lampje
blijft branden als het hek beweegt of
open is.
1 = Lampje knippert - Het lampje
knippert elke halve seconde als het hek
opent en blijft branden als het hek open
is. Het lampje knippert elke seconde
als het hek sluit en is uit als het hek
gesloten is.
2 = De uitgang activeert een elektrisch
slot.