Signaleringsapparatuur
Confi gureer tijdens de programmering het type actie dat moet worden uitgevoerd door het aan de uitgang aangesloten
apparaat.
1
Knipperlicht
Knippert tijdens het openen en sluiten van de automatisering.
Zie functie [F18] extra lamp.
2
Extra lamp
Voor een betere verlichting van de bewegingsruimte.
Zie functie [F18] extra lamp.
3
Lampje automatiseringsstatus
Geef de status van de automatisering aan.
Zie functie [F10] lampje openen of inschakelen elektrisch slot.
4
Aansluiting elektrisch slot 12 V AC - max 15 W
Zie functie [F10] lampje openen of inschakelen elektrisch slot.
Vervang de zekering van de accessoires van 2A met een van 3,15 A.
5
Weerstand 6,8 Ω - 7 W
10 11 E 5