Menu configuratie
Ingang H1/H3
Functie ingang H1/H3
1- 5 Modus-omschakeling
•
Verwarmingskring
De modi van de verwarmings-
kringen worden via de aansluit-
klemmen H1/H3 (bijv. een telefoon-
afstandsschakelaar) op beveiligde
functie geschakeld.
•
Drinkwater
Een blokkade van de drinkwater-
lading vindt slechts plaats in
instelling HK's+TWW.
6
Fout- /alarmmelding
De ingang H1/H3 zorgt voor een
regelinterne foutmelding. Bij overeen-
stemmende configuratie van de
„Alarmuitgang" (relaisuitgangen QX
1 - 5, bedieningsregels 5890 - 5896)
wordt de fout door een extra contact
verder geleid of aangegeven (bijv. ext.
lamp of hoorn)
7
Minimum voorlooptemperatuur
instelwaarde TVHw
Verbruikers die een minimale voorloop-
temperatuur nodig hebben, kunnen
deze via het Hx-contact opvragen.
(bijv. luchtverhitter voor deuraf-
scherminginstallaties).
Bij het sluiten van het contact wordt de
op de bedieningsregel 5952 / 5962
ingestelde temperatuur-instelwaarde
verlangd.
8 Warmte-opvraag 10V
De warmteproductie krijgt een
spanningssignaal (DC 0...10V) als
warmte-opvraag.
De bijbehorende instelwaarde wordt
aan de hand van de rechte lijnen
berekend, die met de bedieningsregels
5953 - 5956 (voor H1), en 5963 - 5966
(voor H3) werd gedefinieerd.
9
Dauwpuntcontrole
Om condensaatvorming te herkennen
bij de koelkring kan een dauwpunt-
controle aan de ingang Hx worden
aangesloten. Wordt de dauwcontrole
geactiveerd, schakelt de koelkring
direct uit. De koelkring wordt vrijge-
geven, wanneer de controle wegvalt
en de blokkeringstijd (60 min.) is
afgelopen.
50
Regelnr.
Bedieningsregel
5950
Functie ingang H1
5960
Functie ingang H3
1
BA-omschakeling HK's+TWW
2
BA-omschakeling HK's
3
BA-omschakeling HK1
4
BA-omschakeling HK2
5
BA-omschakeling HKP
6
Fout- /alarmmelding
7
Minimum voorloopinstelwaarde
8
Warmteopvraag 10V
9
Dauwpuntcontrole
10 Verhoging voorloopinstelwaarde Hygro
11 Koelopvraag
12 Koelopvraag 10V
13 Drukmeting 10V
14 Relatieve ruimtevochtigheid 10V
15 Ruimtetemperatuur 10V
16 Vrijgave zwembad
17 Inschakelopdracht WP trap 1
18 Inschakelopdracht WP trap 2
20 Puls teller
5951
Werkinstelling ingang H1
Rustcontact
Werkcontact
5952
Functiewaarde contact H1
5953
Spanningswaarde 1 H1
5954
Functiewaarde 1 H1
5955
Spanningswaarde 2 H1
5956
Functiewaarde 2 H1
5961
Werkinstelling contact H3
Rustcontact
Werkcontact
5962
Functiewaarde contact H3
5963
Spanningswaarde 1 H3
5964
Functiewaarde 1 H3
5965
Spanningswaarde 2 H3
5966
Functiewaarde 2 H3
10 Voorloopinstelwaarde verhoging
Hygro
Om condensaatvorming door te hoge
luchtvochtigheid in de ruimte te
voorkomen, kan een hygrostaat aan de
ingang Hx worden aangesloten. Wordt
de hygrostaat geactiveerd, wordt de
voorloopwaarde met de waarde ver-
hoogd. Zodra de hygrostaat weer weg-
valt gaat de voorloopwaarde naar de
"normale waarde" terug.
11 Opvraag koeling
Sluit het aangesloten contact, stuurt de
regelaar de warmtepomp fix op de in
bedieningsregel 5952 (voor H1),
of 5962 (voor H3) ingestelde tempera-
tuur-instelwaarde. Bij een lagere vraag
wordt hier rekening mee gehouden.
Fabrieksinstelling
BA-omschakeling
HK's+TWW
Werkcontact
30° C
0 V
0
10 V
100
Werkcontact
30° C
0 V
0
10 V
100
12 Opvraag koeling 10V
De warmtepomp krijgt een spannings-
signaal (DC 0...10V) als opvraag voor
koeling. De betreffende instelwaarde
in ° C wordt via de karakteristiek
bepaald, die door twee vaste punten
(spanningswaarde 1 / functiewaarde 1
en spanningswaarde 2 / functie-
waarde 2) wordt gedefinieerd.
13 Drukmeting 10V
De regelaar krijgt een spanningssignaal
(DC 0...10V) als druksignaal. De
betreffende drukwaarde wordt via de
lineaire grafiek berekend, die door twee
vaste punten (spanningswaarde 1 /
functiewaarde 1 en spanningswaarde
2 / functiewaarde 2) wordt gedefinieerd.
Komt de drukwaarde erboven of
eronder, wordt een fout- of onder-
houdsmelding gegeven. Komt de
waarde onder de kritische drukwaarde,
wordt de warmtepomp uitgeschakeld.