Menu configuratie
Functie uitgang QX4-Mod
Met deze instelling wordt bepaald,
welke pomp moet worden gemo-
duleerd.
De modulatie vindt plaats via
triacaansturing (massieve as
aansturing) .
Ingang sensor BX1, 2, 3, 4, 5
De instellingen van de sensoringangen
wijzen al naar gelang keuze hierbij
passende extra functies aan de
basisschema's toe.
Regelnr.
Bedieningsregel
5909
Functie uitgang Q4-Mod
Geen
Bronpomp Q8/klep K19
Drinkwaterpomp Q3
TWW Tussenkringpomp Q33
TWW Doorloopverwarmer Q34
Collectorpomp Q5
collectorpomp 2 Q16
Zonne-energiepomp buffer K8
Zonne-energiepomp ext. wisselaar K9
Zonne-energiepomp zwembad K18
Verwarmingskringpomp HK1 Q2
Verwarmingskringpomp HK2 Q6
Verwarmingskringpomp HKP Q20
Die minimalen und maximalen Lasten gem. technischen Daten sind unbedingt zu beachten.
Regelnr.
Bedieningsregel
5930,
Sensoringang BX1, 2, 3, 4, 5
5931,
Geen
Bufferboilersensor B4
5932,
Bufferboilersensor B41
5933,
Collectorsensor B6
5934
Drinkwatersensor B31
= Zonne-energie-retoursensor
Heetgassensor B82
Koelmiddelsensor vloeibaar B83
TWW Laadsensor B36
TWW Tapsensor B38
TWW Circulatiesensor B39
Zwembadsensor B13
Collectorsensor 2 B61
Zonne-energievoorloop sensor B63
Zonne-energie retoursensor B64
Bufferboilersensor B42
Railvoorloopsensor B10
Cascade-retoursensor B70
Extra temperatuursensor 1
Extra temperatuursensor 2
Fabrieksinstelling
Geen
Fabrieksinstelling
Geen
49