Menu warmtepomp
Voorlooptijd bron.
Alleen water-water-warmtepomp
Voor de ingebruikname van de
compressor moet de bronpomp in
bedrijf worden genomen, zodat de
compressor is doorstroomd en de
sensoren een correcte temperatuur
kunnnen meten. Bij lange buisleidingen
moet de tijd eventueel verlengd
worden. Nalooptijd bron
Nalooptijd bron
(Alleen water-water-warmtepomp)
Na het afschakelen van de compressor
loopt de bronpomp met de ingestelde
nalooptijd verder.
Elektro-unit in voorloop
De elektro-unit wordt aan de hand van
de retourlooptemperatuur (B71) en van
de retourloopwaarde geregeld. Het
schakelverschil bedraagt 4K.
Gebruik elektro-voorloop
De regeling van de elektro-unit is
afhankelijk van de gekozen gebruiks-
wijze.
Vervanging
De elektro-unit wordt nu in geval van
nood (bedieningsregel 7141) gebruikt.
Bij het activeren van de noodfunctie
(handmatig of automatisch) wordt de
elektro-unit direct vrijgegeven en regelt
volgens de actuele instelwaarde. Er
wordt geen rekening gehouden met de
"blokkeringstijd elektro-voorloop" (2881)
en de "vrijgave elektro-voorloop onder
TA" (2884). De regeling van de elektro-
unit moet via een externe thermostaat
plaatsvinden. Bij TWW-lading: kan de
warmtepomp de lading niet tot het
einde aanvoeren, wordt de elektro-unit
niet geactiveerd en de TWW-lading
wordt afgebroken.
Aanvullend bedrijf VG
Met deze instelling wordt de elektrische
weerstand geactiveerd volgens hetzelf-
de principe als in „Vervanging" be-
schreven wordt. En dit zolang als het
gevraagde vermogen het vermogen
van de warmtepomp overstijgt. (Bij ver-
hoogde warmtevraag zal de elektrische
weerstand het vertrek van de warmte-
pomp bijwarmen)
36
Regeln.
Bedieningsregel
2819
Voorlooptijd bron
2820
Nalooptijd bron
2880
Gebruik van elektro- voorloop
2881
Blokkeringstijd elektro- voorloop
2882
Vrijgaveintegr. elektro- voorloop
2883
Retourinstellingintegr. elektro - voorloop
2884
Vrijgave elektro- voorloop onder TA
Algemene opmerking:
Volgende instelling mogen in geen en-
kel geval gebruikt worden in standaard
toepassingen. Voor een goed warmwa-
ter comfort is er in het algemeen een
elektrische weerstand(K6) in de tapwa-
terboiler nodig.
Aanvullend bedrijf Tapw.
Met deze instelling wordt de elektrische
weerstand geactiveerd volgens hetzelf-
de principe als in „Vervanging" be-
schreven wordt. En dit zolang als het
gevraagde vermogen voor tapwaterbe-
reiding het vermogen van de warmte-
pomp overstijgt. Zolang wordt de elek-
trische weerstand als ondersteuning
van de warmtepomp vrijgegeven.
Aanvullend bedrijf VG+Tapw
Met deze instelling wordt de elektrische
weerstand geactiveerd volgens hetzelf-
de principe als in „Vervanging" be-
schreven wordt. En dit zolang als het
gevraagde vermogen voor tapwaterbe-
reiding en CV bedrijf het vermogen van
de warmtepomp overstijgt. Zolang
wordt de elektrische weerstand als on-
dersteuning van de warmtepomp vrijge-
geven.
Beeindigen laden Tapw
Met deze instelling wordt de elektrische
weerstand geactiveerd volgens hetzelf-
de principe als in „Vervanging" be-
schreven wordt. En dit als de compres-
sor bij een boilerlading uitgeschakeld
wordt wegens het overschrijden van de
maximale uitschakeltemperatuur, hoge
druk of gasproblemen. Na 2 zulke sto-
ringen zal de elektrische weerstand de
boilerlading overnemen. De parameter
"Blokkeertijd EL-aanv" en "Vrijg EL
aanv onder Tbui" worden buiten be-
schouwing gelaten. De elektrische
weerstand is onder normale omstandig-
heden geblokkeerd voor CV en tapwa-
ter bedrijf.
Fabrieksinstelling
45 sec.
afhankelijk van WP type
afhankelijk van WP type
30 min.
250 ° C x min.
10 ° C x min.
- - -
Blokkeringstijd elektro-voorloop
(2881)
De elektro-unit mag op zijn vroegst na
afloop van de hier ingestelde blokke-
ringstijd vanaf compressorstart in bedrijf
worden genomen. Er wordt alleen reke-
ning gehouden met de blokkeringstijd
wanneer de elektro-unit als "aanvulling
op de WP-functie" (2880) wordt gebruikt.
Bij de instelling "vervanging" wordt er
geen rekening mee gehouden.
Vrijgave-integraal elektro-voorloop
Bij gebruik van één twee- of drietraps
elektro-unit worden de trappen volgens
de vrijgave- retourstellingsintegraal vrij-
gegeven (2882 en 2883).
Vrijgave-integraal bij instelling
2880 „vervanging"
Na de vrijgave van de eerste trap van de
elektro-unit (K25) vergelijkt de regelaar
de temperatuurbeginwaarde met het
inschakelpunt en vormt uit de eventuele
aanwezige warmtetekort een integraal.
Zodra de waarde van de integraal de
ingestelde maximumwaarde bereikt
(2882) wordt de tweede trap vrijgegeven
(K25 uit, K26 regelt). De regelaar verge-
lijkt verder de temperatuurbeginwaarde
met het inschakelpunt en rekent het
warmtetekort opnieuw in de vrijgaveinte-
graal uit. Bereikt de vrijgaveintegraal de
ingestelde waarde (2882), wordt de der-
de trap van de elektro-unit vrijgegeven
(K25 fix aan en K26 regelt).
Vrijgave-integraal bij instelling
2880 „aanvulling WP-functie"
Na afloop van de „blokkeringstijd elektro
-voorloop" begint de regelaar een even-
tueel warmtetekort te berekenen. De
eerste trap van de elektro-unit (K25)
wordt pas vrijgegeven, wanneer het
warmtetekort de hier ingestelde waarde
heeft bereikt.Voor de tweede en derde
trap van de elektro-unit, wordt geen re-
kening meer gehouden met de blokke-
ringstijd, de vrijgave-integraal moet ech-
ter telkens opnieuw de ingestelde waar-
de bereiken.