6
Installatie
AANWIJZING!
Het installeren mag alleen door geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Installeren van het apparaat
Het apparaat wordt via een wandconsole beves-
tigd.
1.
Teken op basis van de afmetingen van de
houders de bevestigingspunten af op een
statisch geschikte bouwconstructie.
2.
Monteer de wandhouder en de afstand-
houder met geschikt montagemateriaal aan
de wand.
3.
Verwijder evt. de uitbreekopening in de
behuizing.
4.
Sluit, zoals verder beschreven, de koudemid-
delleidingen, elektrische leidingen en con-
densleiding aan op de binnenunit.
5.
Hang de binnenunit iets naar achter gekan-
teld in de wandhouder.
6.
Controleer nogmaals of het apparaat
waterpas hangt.
Afb. 27: Inhangen in de wandhouder
Aansluiting van de koudemiddelleidingen
De aansluiting van de koudemiddelleidingen ter
plaatse geschiedt aan de rechterbinnenzijde van
het apparaat. Eventueel moet op de buitenunit een
verloopnippel naar een grotere of kleinere dia-
meter worden geïnstalleerd. Deze schroefverbin-
dingen worden standaard meegeleverd met de bui-
tenunit. Na de montage moeten de verbindingen
dampdiffusiedicht worden geïsoleerd.
AANWIJZING!
Het apparaat is vanuit de fabriek gevuld met
gedroogde stikstof voor lekdichtheidscontrole.
De onder druk staande stikstof ontsnapt bij het
losdraaien van de wartelmoeren.
AANWIJZING!
Een afneembare verbinding mag uitsluitend
buiten de ruimte worden gemaakt. Gebruik voor
het aansluiten van de binnenunits uitsluitend de
meegeleverde, niet afneembare wartelmoeren
of maak een vaste verbinding.
25